donderdag 30 juni 2011

Op de heuvel van Taizé (2)

Op een middag is er een workshop over ikonen. Met iemand van onze groep ga ik erheen. In onze kerken zijn ikonen vrijwel onbekend en het is goed er daarom meer over te horen. Een broeder heeft twee ikonen meegebracht en vertelt over hun betekenis en symboliek. Hij leert ons dat ikonen bedoeld zijn om als een venster naar de hemel, naar het goddelijke. Zo verwijzen de ikonen met hun geel en goud naar het goddelijke licht. 

De broeder legt iets uit over de symboliek van de figuren en gebaren, kleuren en attributen op de meegebrachte ikonen. Maar belangrijker dan al die dingen weten, is, zegt hij, je openstellen voor de schoonheid van de ikoon. Want als je je openstelt voor de schoonheid, kun je je ook openstellen voor het goddelijke.

De inrichting van de kerk van Taizé is voor mij zo ook een ikoon: een symbool van licht en warmte, van Gods lichtgevende aanwezigheid op de heuvel. De kerk is vrij donker van binnen, waardoor de kerk iets intiems krijgt. Je voelt je er, als in een Romaanse kerk, veilig en geborgen. Voor in de kerk is het licht: de aandachtswand is lichtgeel, en grote oranje doeken zijn naar beneden gespannen. Zijn het de stralen van de zon? Zijn het de zeilen van een schip? Beneden staan rode bakstenen, groot en vierkant en hol van binnen. In ieder vierkant brandt een kaarsje of een lichtje. Groene buxusboompjes – levensbomen - groeien in dit licht. En een eenvoudig smeedijzeren kruis staat in het midden. De vier armen van het kruis lopen uit in een hartje. Links en rechts van dit midden hangen en staan ikonen met een kaars ervoor. Het licht van de zon valt door oranje-geel glas-in-lood de kerk in. En zo is het voor in de kerk een zee van warm licht, ikoon van Gods aanwezigheid.

interieur kerk van de Verzoening van Taizé, foto: Marie Fiege
Dit mis ik vaak in onze kerken, waar alles veel funcioneler is, en minder gericht op schoonheid. Het protestantisme heeft zich gericht op het woord, en daarmee onze andere zintuigen buiten beschouwing gelaten. Maar zien, ruiken en voelen helpt allemaal mee. Lekker eten proef je, maar zie en ruik je ook, en dat werkt mee. In onze kerken is vaak weinig te zien en te ervaren. En alleen als er een viering is, er gezongen wordt en er mensen zijn, is er iets voelbaar van wat Gods bedoeling is met mensen. Maar als de dienst voorbij is, is het gewoon een leeg gebouw.

De kerk van Taizé is nooit een leeg gebouw. Overdag en ’s nachts, altijd is het een plek waar iets voelbaar is van Gods aanwezigheid. Zelfs midden in de nacht en vroeg in de morgen zitten er mensen … soms een heleboel, soms een enkeling .. maar allemaal laten ze zich raken door de schoonheid en de symboliek die er uit spreekt. Het is heerlijk om daar even te zitten, in de geborgenheid, in de stilte en gericht op het licht.

Weer thuis is dat iets dat ik mis: deze ruimte die spreekt van het goddelijk licht, zonder dat er iets gezegd hoeft te worden en op alle tijden van de dag. Een kleine kapel, een stiltecentrum, een ‘ikoon’ waar je je op kunt richten en die jou verbindt met het goddelijke .. dat is wat ik mis. Ik zet een kaart van de kerk van Taizé neer en ik begin te zingen. Ik heb er iets van meegenomen .. en dat is genoeg. Ik voel de verbondenheid met die heuvel in Frankrijk, en bovenal met de hemel die zich over de kerk van Taizé - én over mijn huis welft – en waarin het licht teken mag zijn van de goddelijke aanwezigheid. Daar op die heuvel én hier in mijn huis.

dinsdag 28 juni 2011

Op de heuvel van Taizé (1)

Met een groep jongeren uit ons dorp ben ik een week te gast bij de broeders van Taizé. Dit van oorsprong protestantse klooster in Bourgondië in Frankrijk is voor mij al een half leven lang een bron van inspiratie. Een week lang mag ik mij aan die bron laven én ervan delen met de jonge mensen die met mij mee gekomen zijn.

Het leven op de heuvel van Taizé is heel eenvoudig, en tegelijkertijd heel rijk. Eenvoudig zijn de omstandigheden en het eten. Wij kamperen terwijl het ’s nachts nog wel vriest, en we staan in de rij voor de douche en voor het eten. We moeten allemaal een taak doen: afwassen of eten uitdelen of wc’s schoonmaken. De broeder die onze inleidingen verzorgt vat het heel mooi samen: in Taizé kom je niet om een cursus te volgen, of een week aan een programma mee te doen, maar om een week samen te leven met de broeders en vele anderen uit vele landen. En dat betekent dat er gewoon samen aangepakt moet worden. Hij zegt:
“It is not enough to have idea’s, but it is how you live that shows your faith!”

Tegelijkertijd ligt in dat samen leven ook juist de rijkdom van Taizé in: de verbondenheid die je ervaart met voor jou verder totaal onbekende mensen. Soms spreek je hun taal niet, en kun je alleen met handen en voeten communiceren. Maar je begrijpt elkaar en helpt elkaar, je deelt hoop en geloof, je zingt samen en je praat over dingen die je op andere plekken niet zo makkelijk met elkaar delen kunt. En in dit alles gaan de broeders voorop, die hun heuvel en hun kerk openstellen voor iedereen, elke week opnieuw.

Zo geniet ik van gesprekken met allerlei mensen: met de jongeren die met mij mee gekomen zijn, maar ook met mensen die ik al eerder in Taizé ontmoette en met mensen die ik hier nu voor het eerst ontmoet. Gesprekken over verliefd worden en relaties aangaan, over kinderen opvoeden, over de bijbel en geloofsvragen, over zoveel wezenlijke levensvragen. Op de heuvel van Taizé kan alles aan de orde komen. Soms in een groep, soms samen zittend op een bankje in de zon of wandelend door het mooie landschap.

een maaltijd in Taizé, foto: Auke-Florian Hiemstra
Het ritme van bidden en zingen, eten en werken, praten en lezen vult onze dagen. We delen ditzelfde ritme met elkaar en met de broeders. ’s Avonds is er de prachtige sterrenhemel en zijn er de zingende nachtegalen en tsjilpende krekels. In de loop van de week raak je meer en meer thuis …. en dan moet je weer naar huis. Het valt niet mee om weer af te dalen naar je gewone leven, waar je dat ritme en die rijkdom van Taizé mist. Maar gelukkig heb je iets van het licht op die heuvel mee naar huis genomen en klinkt er zomaar vanzelf een Taizélied in jezelf. Nada te turbe … laat niets je verontrusten… maar houd het vlammetje dat je in Taizé meekreeg aan. Dan kan het nog een hoop licht brengen in de dagen die komen!

vrijdag 24 juni 2011

De wereld veranderen


Onze oudste dochter loopt stage bij een fair-trade bedrijf in Culemborg. Ik ga met een rugzak vol lekkere dingen naar haar toe om met haar te lunchen en eens te kijken waar ze werkt.

Mijn dochter heeft voor mij uitgetekend hoe ik moet lopen vanaf het station. Langs een prachtige berm vol kamille, klaprozen en paarse distels loop ik het bedrijventerrein op. Tot mijn verbazing zijn hier geen trottoirs – het is hier niet op mensen die lopen ingesteld. Een vreemde gewaarwording.

We lunchen samen in de kantine. Dan gaan we even in de fair-trade groothandel kijken. Het is eigenlijk een wereldwinkel, maar dan eindeloos groot. Ik kijk mijn ogen uit. Veel producten ken ik van onze of een andere wereldwinkel, maar er is nog veel meer. Veel dingen zijn buitengewoon kleurig en ademen levenslust en vrolijkheid uit. Wat kunnen mensen mooie dingen maken, soms van heel eenvoudige materialen en zelfs van afval.

Ik besef dat deze dingen met de hand gemaakt zijn. Dat geeft ze een charme: twee producten zijn daarmee nooit precies hetzelfde, er zit altijd een beetje een variatie in. Bovendien voel je dat deze dingen met aandacht en zorg gemaakt zijn.

Bijna niets is van plastic gemaakt, maar van natuurlijke materialen. Hier in onze cultuur is zoveel wat ons omringt van plastic. En zelfs dingen die van hout of leer lijken, zijn eigenlijk een plastic versie. Zoveel dingen zijn namaak, pretenderen iets te zijn wat ze niet zijn …

Ik geniet van al dat moois, van het kleurrijke, het met zorg gemaakte, van de eerlijke materialen. Dit soort winkels zijn de plekken die je inspireren, die je ideeën geven en inspiratie. 

Later ga ik het stadje nog in en vind een winkel met houten speelgoed en een nieuwetijdswinkel. Ook dat zijn plekken waar schoonheid en aandacht te vinden zijn.
Mijn dochter moet informatiemappen schrijven bij de fair-trade producten. De verhalen en foto’s bij het product geven je het besef wat voor wezenlijk verschil eerlijke handel maakt. Eerlijke handel maakt beide partijen rijker … de producenten én de consumenten. Voor ons gaat het maar om een klein bedrag extra, maar voor hen is het een kwestie van leven of dood, van afhankelijk en kwetsbaar zijn of eigen baas zijn en je eigen keuzes kunnen maken. Met name voor vrouwen maakt dat in veel landen nog een cruciaal verschil.

Ik loop het stadje in. Links en rechts van de straat een school. Bij beide tekeningen voor de ramen. Maar ineens valt me een enorm verschil op. De school links is omgeven door groen: er zijn struiken, er is gras, er groeien bloemen. Ook is er een vogel-voedertafel en een moestuin met aardbeien, kruiden en groenten. Het ziet er uitnodigend uit, het prikkelt je fantasie en je zou er zo willen gaan spelen. Bij de school aan de rechterkant is alle ruimte om de school heen strak betegeld. Er is niets anders te zien dan een grijze tegelvlakte … en zeker geen groen, laat staan bloemen. Het is koud, hard en kil. Wat een verschil in inzicht over wat kinderen nodig hebben! Of is dit verschil misschien meer gebaseerd op wat volwassenen praktisch en makkelijk vinden? Als ik hier moeder was, wist ik het wel ….

In het stadje is een museum in een voormalig weeshuis; het Elisabeth weeshuis. Het gebouw en de tuin zijn prachtig, zeker nu de zon zich toch nog laat zien. Ik loop onder de hoge balken en probeer mij voor te stellen hoe hier 20 weesmeisjes sliepen en aten. Op een video hoor je verhalen van de laatste weeskinderen die hier gewoond hebben, en die geïnterviewd zijn. Ik moet denken aan die twee scholen van daarnet: het weeshuis was als het ware betegeld. Het was functioneel en praktisch, maar wat de kinderen misten, waren geborgenheid, warme aandacht en liefdevolle nabijheid. Dat dit tot in de vorige eeuw zo ging, maakt mij stil.
Op de terugweg naar het station zie ik aan een huis een spreuk hangen die van Anne Frank blijkt te zijn:
Wat geweldig dat niemand ook maar één moment hoeft te wachten
met het verbeteren van de wereld.

Met die gedachte ga ik naar huis. Fair-trade inkopen is één van de mogelijkheden. En het geven van warmte en aandacht een tweede. Er is genoeg te doen!

donderdag 16 juni 2011

Spiritueel zwemmen

Vlak bij ons huis is een recreatieplas. Toen wij hier naar toe verhuisden, had mijn zoon die plas ontdekt op de kaart. We gingen er op de fiets even kijken en we hadden spijt dat we niet meteen onze zwemkleding meegenomen hadden. In de afgelopen jaren zijn we al heel wat heen en weer gefietst, vaak aan het eind van de middag als de meeste mensen al naar huis zijn. Het water, de ruisende bomen, de zwanen, waterhoentjes en wuivende rietpluimen geven een mens rust en ruimte.


Vaak heb ik het druk en is er  eigenlijk geen tijd om te zwemmen. Maar mijn kinderen zijn vaak wijzer dan ik, en zij houden aan. Wat ben ik dan blij en hoe duidelijk merk ik dan, dat het mij goed doet. Het in de natuur zijn werkt rustgevend, maar ook het zwemmen.

Als je zwemt ben je los van de grond, licht als een veertje. Het water tilt je op en maakt je vrij, je voelt je gedragen en geborgen, sterk en vrij. Voor mij is zwemmen bijna iets heiligs. Zwemmen maakt een sterk gevoel van dankbaarheid in mij los. Als ik zwem ben ik blij dat ik besta met mijn hele lijf en wezen. In het water ben ik los van alle dingen die mij bezighouden, opjagen en bezwaren. En daar tussen de zwanen en waterhoentjes wordt mijn zwemmen een soort bidden. Zwemmen is voor mij een soort be-amen van mijn bestaan.

De dichter Paul Snoek heeft het voor mij heel herkenbaar verwoord. Uit zijn gedicht over zwemmen enkele regels:

Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water,
is liefhebben met elke nog bruikbare porie,
is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren.

Ik moet bekennen dat ik gek ben van het water.
Want in het water adem ik water, in het water
word ik een schepper die zijn schepping omhelst.

Zwemmen is een beetje bijna heilig.

Het is goed dat het zomer wordt. Want zo kan ik mij gedragen voelen en kan ik bewust ervaren dat het goed is dat ik leef. De zomer is voor mij het hoogseizoen als het om bidden gaat!

zaterdag 4 juni 2011

Een uitpuilende brievenbus

Wij hebben een nieuwe voordeur gekregen. Het is een heel nieuw gezicht – vooral omdat de oude deur helemaal gesloten was, en de nieuwe een raampje in het midden heeft. De hal is zoveel lichter en vrolijker.

Tot mijn verbazing ligt er al op de eerste dag met nieuwe voordeur een dik pak reclame in de bus, in plastic geseald. Wij hebben altijd een ‘nee-nee’ stikker op de brievenbus gehad, en die is op de oude deur afgevoerd. Onze nieuwe brievenbus heeft nog geen stikker.

Vol verbazing bekijk ik het dikke pak papier. Sommige folders zijn zo dik en zo vol met allemaal hebbedingetjes dat het je duizelt. Ik bedenk me dat er iemand is die deze folders maakt .. die daar haar of zijn tijd mee vult en brood mee verdient.

Nog geen twee dagen later valt er wéér zo’n pak in de bus. Het is onbegrijpelijk dat dit uit kan. Glanzend dik papier en full colour … voor mijn werkplaats keek ik eens na hoeveel zoiets kost, en dan schrik je ervan. Maar in het groot kan het natuurlijk allemaal wel.

Wie leest dit allemaal? Zulk mooi drukwerk dat zomaar bij het oud papier belandt – wat een verspilling. En dit aanbod van zóveel.. die glanzende foto’s die ons hebberig maken; het is gênant als je bedenkt dat er nog steeds mensen van de honger omkomen. Dat er mensen zijn die nog niet het hoognodige bezitten om veilig en beschut te zijn en onbezorgd te leven. Het onrecht schreeuwt mij in deze folders aan.

Machteloos ben ik, klein mens, tegen deze schaamteloze vloed van commercie. Het enige wat ik kan doen is gauw een nieuwe nee-nee stikker halen.  En nu maar hopen dat ik niet de enige blijf. Want ik besef dat deze folders gedrukt blijven worden tot er  huis aan huis een nee-nee stikker te vinden is. En hoe machteloos ik alléén ben, hoe machtig zijn we sámen.

Datzelfde heb ik als kind al geleerd, toen mijn ouders mij meenamen naar schrijfavonden voor Amnesty International. En nog doe ik mee aan acties van Amnesty, maar ook van bijvoorbeeld Greenpeace en Avaaz. Soms per brief, soms per email, en soms sta ik ervoor op de Dam. Want als al die kleine mensen hun stem verheffen, wordt het een machtig koor.

Sneeuwvlokken zijn van nature kwetsbaar,
maar kijk eens wat ze kunnen als ze zich aan elkaar hechten.
Verna M.Kelly

Want zijn wij het uiteindelijk niet sámen die het verschil kunnen maken?