donderdag 29 september 2011

Geluk van vroeger

Het is een mooie zomeravond. Ik fiets naar de sportschool, langs bos en weilanden. Het is zonnig en vredig. Maar zo ineens ben ik ergens anders: op een klein stationnetje in Friesland, wachtend op de trein. Het is vreemd hoe dat kan: dat je plotseling schakelt naar een heel andere tijd en plaats. Ik word me er van bewust waar het van komt: het zijn de koeien die grazen.

Deze zomer is het twee jaar geleden: mijn schoonmoeder was onverwachts in haar slaap overleden. We waren meteen naar Friesland afgereisd. Het waren vreemde dagen, vol verdriet en vol bijzondere herinneringen en dankbaarheid. De kinderen moesten weer naar huis, en ze gingen samen met de trein. Ik bracht ze naar het station en zwaaide ze uit. En toen stond ik daar op dat stationnetje, waar ik zo vaak uitgestapt was, om mem op te zoeken. Ik ging zitten op een bankje, had ineens de behoefte om nog even alleen te zijn. Ik keek uit over het weidse land. En ik hoorde een geluid, dat ik niet eerder zo duidelijk en bewust gehoord had: vlak bij de rails waren koeien aan het grazen. Het geluid was rustgevend en troostend … en na een poosje ging ik terug naar de familie en naar alles wat geregeld moest worden.

Oosterend, Friesland  foto: Auke-Florian Hiemstra
Ik besef dat herinneringen niet alleen uit beelden bestaan, maar ook uit geluiden. Onbewust is dit geluid van grazende koeien verbonden met die dag, vlak na het overlijden van mem. In ons hoofd is niet alleen een enorme database van beelden, maar ook van geluiden. En zij kunnen ineens beelden, emoties en gevoelens oproepen, zodat de tijd van toen ineens heel dichtbij is.  Dat gaat niet bewust, maar als het ware buiten jezelf om.

 Ik herinner mij iets dergelijks. Mijn moeder had uit mijn kleutertijd een knutselwerkje bewaard, van school. Ze liet het me zien, en ik pakte het aan. Het is vreemd hoe je aan een groot deel van je leven geen of weinig herinneringen bewaart. Ik zag dit voor mijn gevoel voor het eerst. Maar toen ik het van dichtbij ging bekijken, gebeurde er iets. Ineens zag ik de klas van mijn school voor me, zag ik tafels vol kleurige stukjes plakplastic. Ik rook mij als het ware de herinneringen weer te binnen. Want het plakplastic, waarmee het knutselwerkje beplakt was, had een specifieke geur, en dat riep bij mij ineens vanalles op – uit een tijd waarvan ik dacht dat ik er niets meer van wist.


 Het is wonderlijk hoe geuren – maar trouwens ook smaken – en geluiden dragers van herinneringen kunnen worden. Het zijn de herinneringen van de neus of het oor, en zij kunnen ons feilloos terug brengen naar ooit en ergens, in een ver verleden. 


Ik heb geluk dat ik vooral positieve herinneringen heb. Ik had een fijne jeugd en een lieve schoonmoeder. Maar er zijn ook mensen die herinneringen hebben die pijn doen en bang maken. Ook die herinneringen kunnen door geluiden of geuren onverwachts tot leven gewekt worden. De scheidswand tussen verleden en heden is soms maar heel dun. Soms is dat moeilijk; wanneer onze herinneringen pijnlijk en verdrietig zijn. En soms is dat mooi: wanneer er zo ineens een glimp van geluk  uit je verleden boven komt. Geluk van vroeger gaat met je mee, al is het soms verborgen. Af en toe piept het tevoorschijn: bij de geur van pasgeboren babies, bij de geur van een vlinderstruik, bij het horen van kabbelende beekjes, bij het geluid van pianospel … Kleine kostbare momenten van geluk, even opnieuw tot leven gewekt. 


Het geluid van de grazende koeien brengt mem even dichtbij. Zo blijft de verbondenheid. Zo blijft het goede, dat was. Om even vast te houden en blij mee te zijn.


donderdag 22 september 2011

Woorden voor onderweg

Thuis is boodschappen doen vaak een stressvol gebeuren: boodschappen doen en eten koken moeten altijd tussen allerlei bedrijven door gebeuren: telefoons, kinderen met huiswerk, collectes aan de deur, laatste dingen regelen voor de vergadering van die avond en ga zo maar door. Het is soms moeilijk om er van te genieten, en je beseft dan niet voldoende wat een rijkdom dat is: winkels vol voedsel, en ik kan kopen wat ik nodig heb voor mijn gezin.

Zo ben ik ’s middags regelmatig aan het multi-tasken. Het kan niet anders met al die taken en rollen in mijn leven. Maar je verlangt er soms zo naar om gewoon één ding met aandacht te kunnen doen. Hoe anders is het in de vakantie: dan is het leven veel minder ingewikkeld. Ik doe lopend elke dag boodschappen en heb alle tijd. 

Vanaf de camping moet ik een helling op en dat is meteen conditietraining. Ik bekijk onderweg de tuinen, de bloemen en de moestuintjes. Ik geniet van de zorg die mensen aan hun tuin en hun huis besteden. En ieder huis, iedere tuin is weer anders, en zegt iets over de mensen die er wonen.


Op een hoek blijf ik verrast staan. Op een paal met een kleurige vlieger staat een gedachte:

Ein Standpunkt ist nur ein Punkt, kein Universum.
Een standpunt is maar een punt, geen universum.

Terwijl ik verder loop denk ik erover door. Vaak zijn we zo overtuigd van onze eigen mening dat we niet meer realiseren dat het een mening tussen vele andere meningen is. 

Als ik twee dagen later weer met mijn boodschappenmand de helling op kom, staat er een nieuwe spreuk:


Das Glück kommt zu denen, die es erwarten,
nur müssen sie die Türen auch offen halten.
Het geluk komt bij de mensen die het verwachten, 
maar ze moeten de deur wel open houden.

Met mijn zoon bespreek ik pmderweg wat de bedoeling kan zijn. En zo heb ik steeds “woorden voor onderweg” en het voegt iets extra’s toe aan mijn wandelingen naar de winkels. 


Dit idee neem ik mee naar huis. Ik koop in Bern vast een kleurige windvaan en thuis maak ik een ontwerp. De handige timmerman aan mijn zijde maakt hem voor me. En zo staat er nu een spreukenbord in onze voortuin. Ik zoek spreuken en citaten als woorden voor onderweg, om mee te nemen op je pad. Want dergelijke spreuken kunnen je ineens raken of je aan het denken zetten. 


Als kind verzamelde ik al spreuken en veelzeggende citaten. Ik heb altijd een opschrijfboekje en een pen bij me en moet dan op de gekste plekken iets overschrijven. Bijvoorbeeld wanneer we door Zwitserse dorpjes rijden, waar spreuken op de huizen staan, of op een kerkhof of op een poster in de stad. Vroeger schreef ik ze in kleine boekjes met een zijden kaft. Nu typ ik ze in de computer. Een van de alleroudste spreuken in mijn verzameling is de volgende:


Kleine woorden hebben mensen doen vallen én mensen doen opstaan.

Woorden kunnen grote kracht hebben: vernietigende kracht maar ook opbouwende kracht. Ik hoop bij de spreuken in mijn tuin op dat laatste!

vrijdag 16 september 2011

De bloemen bij je voeten

Onze tent staat op de camping van Bern. Het regent elke dag. Soms zijn het heftige buien die ook gauw weer over zijn, maar soms regent het haast de hele dag. We lezen en we bezoeken musea. Maar het was eigenlijk onze bedoeling om ook nog naar Wallis te gaan, naar de bergen. 

De weerberichten zijn zo dat we het niet aandurven. Hoog in de bergen (onze favoriete camping ligt op 1800m hoogte) is het dan te koud in een tent. En het is te nat en glad om te wandelen. Het is een verstandige keuze om hier in de stad te blijven. Maar mijn verlangen naar de bergen is te sterk om me hier helemaal bij neer te leggen.

Op een dag waarop redelijk weer voorspeld wordt, rijden we daarom het Emmental in. Ik weet een kabelbaan die het Brienzer Rothorn opgaat. We horen dat het boven mistig is, maar dat naar beneden lopen geen probleem is.

En zo zweven we even later tussen hemel en aarde … de bomen onder ons in miniatuur. Maar ineens zijn we omgeven door wolken en zo komen we op 2351 m boven zeeniveau aan. Niets is er te zien van het prachtige uitzicht wat je hier hebt, en wat ik op een zonnige dag in februari nog ademloos bewonderd heb.

We lopen naar het hoogste punt, maar het wolkendek opent zich niet. En zo beginnen we in de mist de tocht bergafwaarts. Lopen in de bergen betekent: kijken waar je loopt. En terwijl we naar het pad kijken, zien we de meest prachtige bloemen. Pal bij onze voeten is zoveel moois te zien. Kleine druppeltjes hangen aan elk bloemblaadje. Dankzij de mist wordt elk blaadje, elk sprietje, elk bloemblaadje behangen met kristallen. Het is wonderbaarlijk hoe hier, zonder enige hovenier of tuinarchitect zo’n prachitge bloementuin te vinden is.

Ik las laatst een spreuk, waar ik daar op die berg aan moet denken:

In de hoop de maan te bereiken,
 zien mensen de bloemen bij hun voeten over het hoofd.

grassen aan onze voeten, vol "mist-kristallen"

Vaak zijn wij gefixeerd op iets groots, een ver doel, en zien we het kleine over het hoofd. Wij worden door de mist een handje geholpen en krijgen een les in kijken naar de bloemen bij onze voeten.  

Later gaan ineens de wolken even opzij en kijken we over het Brienzer meer. Wat een uitzicht: vergezichten en doorkijkjes. Er is een boek van Huub Oosterhuis dat heet: ‘Zien, soms even’. Zo is dat op deze bergwandeling: meestal vermoeden we wat er achter de mist te zien is, en alleen soms, even, zien we er iets van. Zo is het met geloven ook: vaak is het niet meer dan tasten en verlangen .. en soms ineens is het zien, ervaren – even.

Ik bedenk me dat zo’n tocht als deze vergelijkbaar is met je levensweg. Soms zit je in de mist, soms ontbreekt elk uitzicht. Maar als je dichtbij om je heen kijkt zijn er de kleine wonderen van het leven, die moed geven. En onverwachts kan de zon doorbreken en zie je weer perspectief.

uitzicht vanaf het Brienzer Rothorn op de Brienzer See

Flink moe komen we aan het eind van de dag weer bij ons startpunt, de kabelbaan, terug.  Het is droog gebleven en het fototoestel zit vol kleine wonderen. En in mijn herinnering neem ik nog méér mee: het geluid van de koeienbellen, de geur van de frisse lucht, het gekabbel van de beekjes en het vreemde gevoel in je benen bij al dat dalen.

Zo ben ik maar één dag in de bergen geweest. Maar ik heb er een schatkist vol aan overgehouden. Daar kan ik weer mee vooruit!

donderdag 8 september 2011

Sporen in ons hart

We zijn op vakantie in Zwitserland bij Bern. Hier is mijn vader opgegroeid en hier kwam ik altijd bij mijn familie. Nog steeds woont er familie, maar mijn oma is er al lang niet meer. Ik zie de bus rijden naar de wijk waar zij woonde. Ik kampeer vlakbij de plek waar mijn vader als in kind woonde. Ik loop langs het huis waar ik als kind bij mijn oma logeerde. De blauwe regen bij het balkon bloeit. Het huis ziet er vertrouwd uit. Het valt mij op dat het tuinhekje vervangen is. Het is verder precies hetzelfde als toen, maar het metaal is glimmend nieuw. Mijn ogen volgen de haag naar de voordeur. Ik zie voor me hoe het was. Maar het leven gaat verder en er wonen nu andere mensen. 

Er zijn veel huizen, waarin ik de weg weet … maar die ik alleen nog in mijn herinnering binnen kan gaan. Maar het zijn mooie herinneringen. Ik besef dat dat een voorrecht is. Niet ieder mens heeft zijn of haar grootouders gekend, niet ieder mens heeft er een goede band mee. Mijn grootmoeders heb ik relatief lang bij me gehad, en met beiden ervaar ik een grote verbondenheid. Niet alleen als ik langs hun huis loop, maar ook in het dagelijkse bestaan. Bijvoorbeeld als ik familierecepten kook, als ik geniet van iets waar mijn oma van hield, als ik ineens even voel dat ik op haar lijk, als ik haar oude weegschaal gebruik of de vulpen die ik van haar kreeg. Met vele kleine draden ben ik met hen verbonden. En hier in Bern voel ik dat op een bijzondere manier.

De rivier de Aare (foto: Auke-Florian Hiemstra)
 Dwars door de stad stroomt de rivier de Aare. Als kind ging ik er met mijn vader zwemmen, vlak achter zijn huis bij het strandje. Nu neem ik mijn kinderen mee het water in. Zo gaat het verhaal verder. En ook al kennen mijn kinderen mijn oma niet, toch zijn ook zij hier thuis. Als we in Zwitserland zijn, zijn we altijd even hier, omdat we hier thuis zijn.
 

Samen wandelen we langs de Aare. Ineens valt mijn oog op een klein bordje aan een lantarenpaal. Het hangt er ter herinnering aan iemand die gestorven is. We staan even stil en lezen het. Het is een voor mij onbekende naam en ik heb er geen gezicht bij. Maar het is ook iemand die geliefd werd en niet vergeten wordt. De tekst eindigt met een spreuk:

Menschen die wir lieben bleiben für immer, 
denn sie hinterlassen ihre Spuren in unserem Herzen.

Mensen die wij liefhebben blijven voor altijd, want zij laten hun sporen achter in ons hart. Dat is wat ik hier, in Bern ervaar, maar ook thuis, in het leven van alledag. Zoveel kostbare sporen in ons hart; ik hoop dat ik er in mijn leven bewust van blijf en er kracht uit put.

vrijdag 2 september 2011

Groots of juist in mensenmaat

Bidden met Claudia de Breij, in de kerkennacht in Utrecht: de Dom is net een theater: hoog en groot. Voordat  de preek van de leek begon, was er een rondleiding en ik ging mee langs de grote monumenten. Het is imposant en indrukwekkend. De grootsheid van God (en stiekem ook van de mensen) wordt zichtbaar. Zeker in de tijd dat de Dom gebouwd werd, want toen waren de mensen maar heel eenvoudige huizen gewend. Voor hen moet de Dom overweldigend geweest zijn .. en zeker als je weet dat er eigenlijk nog maar een deel van de Utrechtse Dom overgebleven is.

De omhoogwijzende pilaren, de grote ramen die al dat licht binnenlaten, de hoge gewelven boven je hoofd; alles is erop gericht je de grootsheid van God te laten ervaren. Alles werkt er aan mee: de koperen kaarsenkronen, het mooie beeldhouwwerk en de lichtheid van alle spitse bogen, die wel van zware steen zijn, maar zich moeiteloos omhoog lijken te heffen.

Wanneer wij op vakantie zijn, bezoeken we vaak kerken. Allerlei imposante kathedralen heb ik al bezocht, en al dat licht en al die ruimte maken indruk. Je voelt je boven het alledaagse verheven en je ervaart even iets wat boven alle gewone dingen uitstijgt.

Maar in de kerkennacht waren ook andere kerken open. Ik had al meermalen horen spreken over de Nicola-communiteit, en ook daar waren in de kerkennacht gasten welkom. Zo lopen we door de donkeren stad, weerstaan de verleiding om bij nog weer andere kerken naar binnen te gaan, en vinden de communiteit aan de Maliesingel. Gastvrij worden we binnen gehaald en meegenomen naar de kapel.

De kapel is half rond van vorm, en allen zitten in een kring; op banken langs de wand of op gebedskrukjes op de grond. Het zijn dezelfde krukjes die de broeders van Taizé ook gebruiken. De dom was hoog, groot en vol mensen. Hier is alles laag en op mensenmaat gemaakt, en het is schemerig in de ruimte. Bij de ikonen voor in de kapel is het licht, en er wordt een kaars aangestoken in het midden. We zijn hier met een kleine groep, maar de kring is vol. 

foto van de website van de Nikola-communiteit
 Er wordt in deze kring een lied gezongen, er is veel stilte en een meditatie bij een ikoon. Wat een contrast met het grootse gebeuren in de Dom. Hier is het klein en bescheiden, niet naar-buiten, maar naar-binnen gericht. Hier geen verre God in de hemel, maar God die dichtbij je is. In de Dom vertellen de  hoogte en alles wat naar boven wijst  van God, evenals al dat vele licht dat naar binnen stroomt. Hier in deze kapel is het de ronde vorm, de intimiteit die iets van God zegt. Hier voel je je geborgen en veilig.

Zo kan ervaar ik dat ook  in  een klein Romaans kerkje, ergens in Frankrijk. Het halve donker, de dikke muren en de stevigheid en aardsheid van zo’n kerkje geven het iets troostvols en bieden geborgenheid. Je voelt je opgenomen in een soort omarming en gekoesterd.  

foto van de website van de Nikola-communiteit

Ik verbaas me erover hoe verschillend dit vanavond is. In de Dom de vele mensen, de bijzondere woorden, de ontzagwekkendheid van het gebouw. En hier die kleine kring, de weinige woorden, de intimiteit van het gebouw. Meer dan in de Dom voel je hier de verbondenheid met anderen. Je voelt je dichter bij jezelf … dan wel niet ergens bovenuit getild, maar wél gedragen.

Zo kun je in één nacht twee heel verschillende godsbeelden ervaren. Beide hebben hun charme, en beide hebben hun kracht. Maar vanuit de geborgenheid van de kleine ronde Nicola-kapel kom ik het makkelijkste weer thuis. Het is goed als je dat ervaren kunt: God die naast je staat, in de kleine kring, heel dichtbij.