donderdag 23 februari 2012

Meer-waarde

Er is een open dag op een school in Barneveld. Ze hebben een nieuw gebouw betrokken. Mijn zoon wil er heen omdat er een vriend van ons werkt. Maar het is gezelliger samen, en dus vraagt hij of ik mee ga. Met een uurtje zullen we weer thuis zijn, verzekert hij me. Onze vriend vertelt vaak enthousiast over zijn school  - en ik wil het nieuwe gebouw ook wel even zien. Bovendien zitten veel van de jongeren die ik als predikant ontmoet op deze school, en dus vind ik het wel een nuttig uitstapje.

Het is een drukte van belang bij de school. Het gebouw is groot en straalt in het donker van de avond aan alle kanten licht uit. Terwijl we op zoek zijn naar onze vriend vallen ons de pilaren op, in kleurig licht gezet. Overal zijn jongeren enthousiast bezig om te laten zien wat ze kunnen. Het gebouw is heel transparant, met veel glaswanden, maar toch ademt de school een sfeer van geborgenheid.

Dan zie ik letters op de glaswanden die de leslokalen scheiden van de gangen. De letters vormen deels woorden – zinnen - spreuken. Ik lees:

If you judge people, you have no time to love them.

Besteed 10% van je tijd aan een probleem en 90% aan de oplossing.

Beginnen kan iedereen, alleen de besten houden vol.

een glaswand in de Meerwaarde, fotograaf onbekend

Ik loop van lokaal naar lokaal en verwonder mij. Onze vriend legt ons uit dat onderaan de glaswand vingerafdrukken zichtbaar zijn, die langzaam overgaan in letters die vervolgens een spreuk vormen, Vervolgens gaan ze weer in losse letters op. Ik ben door het idee en de uitvoering ervan geraakt. Er zijn zoveel vingerafdrukken als er mensen zijn. En al die mensen hebben hun eigen geschiedenis, hun eigen verhaal, hun eigen visie. Deze glaswanden beelden voor mij uit hoe uit de vele woorden die gezegd en geschreven worden er bepaalde zoveel zeggingskracht en wijsheid hebben, dat ze van blijvende waarde worden.

spreuken op de glaswanden in de Meerwaarde, fotograaf onbekend

Huub Oosterhuis beschrijft geloven als ‘zien soms even’. En zo zie je hier ‘letter-lijk’ hoe letters woorden vormen die tot leven komen en inspiratie bieden. En zo komen in deze glaswanden de kracht van het woord én van het beeld samen. Letters die verdicht worden tot kernachtige spreuken, die grote waarheden in één beeld of in maar één zin tot uitdrukking brengen.

We krijgen een uitgebreide rondleiding. De school ademt een positieve geest: hier wordt niet alleen geloofd in de kracht van het woord, maar ook in jonge mensen en hun kunnen. ‘De Meerwaarde” – geloof in elk talent: keukens, lasmachines, gemetselde muurtjes, houten meubels, bloemsierkunst... wat een rijkdom in al die veelzijdigheid in vakken én talenten.

Pas laat op de avond komen we weer thuis. Wat ik in eerste instantie deed om mijn zoon en onze vriend een plezier te doen, is een bron van inspiratie voor mij geworden. In mijn notitieboekje neem ik meerdere van de spreuken mee, om ze ook elders hun werk te laten doen. Deze school doet zijn naam eer aan!

Was ein Mensch an Gutem die Welt hinausgibt, geht nicht verloren.

Indien je vreugde wilt vermenigvuldigen, moet je haar delen.

En dat laatste, dat is wat ik met dit stukje probeer te doen.

vrijdag 17 februari 2012

Witte wereld

Inmiddels is de witte wereld weer groen geworden. Onder de sneeuw die lag te fonkelen in de zon komt onze tuin wat groezelig tevoorschijn. Het is nu veel gemakkelijker allemaal, maar het is ook wel jammer dat de sprookjesachtige schoonheid weer verdwenen is.

Het oogverblindende wit, het geluid van lopen in de sneeuw, de vlokken die sierlijk naar beneden komen, de ijsbloemen op de ramen: het herinnert mij aan mijn jeugd. Het roept het kind in mij wakker: glijden op de stoep, dansen met de sneeuwvlokken, sneeuwballen gooien. De schaatsen komen van zolder en zo sta ik wiebelend op die smalle ijzers op het bevroren water van het Grieze Veen.

Het is wonderlijk, deze metamorfose van water: glad en hard en sterk genoeg om mij te dragen. In het ijs dat wel zwart lijkt zijn soms luchtbellen gevangen. Af en toe hoor je een geheimzinnig geluid van ‘gene’ zijde, van onder het ijs. Je ziet het landschap van de andere kant: omringd door riet en bomen sta ik midden op de plas.

ijskrullen


Ik kan niet schaatsen, niet echt. Maar af en toe voel ik even hoe het bedoeld is: het wonder van de soepele beweging en de gladheid van het ijs die je vleugels geeft. Ik geniet van het uitzicht, de stilte, en later als er meer mensen komen van het plezier van jong en oud. Het geluid van lachende kinderen klinkt samen met het geluid van schaatsen op het ijs.

In Deventer heb ik geschaatst op de uiterwaarden. Ook daar die vrolijke sfeer. Je waant je in een schilderij van Hendrick Avercamp. De oude huizen en torens van de stad Deventer op de achtergrond, en al die vrolijkheid op het ijs: hoe anders ook in deze heel andere tijd, toch is er niets veranderd. Het plezier, de uitgelatenheid, de gezelligheid en de verbondenheid: dit alles ervaar je in het jaar 2012 net zo als de mensen dat in het jaar 1600 ervaren zullen hebben. Wildvreemde mensen helpen je als je gevallen bent, anderen maken een praatje en het lijkt wel of al die mensen ontspannener zijn dan anders. In veel meer mensen wordt het kind dat diep in henzelf verborgen is, door sneeuw en ijs gewekt.

Als ik mijn ogen dicht doe, ben ik terug in een ver verleden waarin ik met mijn vader schaatste op het Leekstermeer. Kostbare herinneringen. Als ik mijn ogen opendoe welft de blauwe hemel zich over mij heen. Dit uurtje is een kleine adempauze in de tijd. Even schaats ik mij los van alle verantwoordelijkheden en van alles wat moet. Hier is een kleine oase van licht en ruimte. Ik ben geen wedstrijdschaatser. Maar ik doe aan ‘meditatief schaatsen’: koud, maar hartverwarmend.


donderdag 9 februari 2012

Een jaar rond

Deze week is het een jaar geleden dat ik met mijn weblog begon. Het was een idee van mijn dochter, die vanuit haar opleiding kansen zag voor mijn toekomstdromen. Na lange tijd alleen maar denken over een eigen website, had ik het najaar daarvoor de stoute schoenen aangetrokken. Eerst moet zoeits groeien  in jezelf: het moet gestalte krijgen in jezelf. Al brainstormend kreeg het vorm: wat we ermee wilden, de rust en ruimte die de site moest uitstralen, de thema’s en toen ineens een naam. ‘Veelstemmig licht’, naar een lied van Huub Oosterhuis.: “Licht dat ons aanstoot in de morgen”.

Liederen van Huub Oosterhuis zijn voor mij een grote bron van inspiratie. Zijn beeldende taal roept bij mij veel op, en zijn zoekend geloven spreekt mij aan.‘Veelstemmig licht’ drukt voor mij uit dat er in ons en om ons heen licht te vinden is. Mensen en dingen, natuur en cultuur hebben allemaal hun eigen stem, hun eigen licht. Zo zijn vonken van het goddelijke licht overal  om ons heen, verborgen in het alledaagse en onaanzienlijke. Bovendien is ‘licht’ een wezenlijk symbool in vele godsdiensten, en de veelstemmigheid van de symboliek van het licht spreekt mij ook in die zin aan. Ik vind inspiratie in teksten en rituelen van verschillende kerken en geloven.

Bij deze naam ontstond  het logo, gebaseerd op mijn serie met textiel-applicaties over de symboliek van het licht. De stralen die van boven komen, staan symbool voor het goddelijke Licht. De veelstemmigheid ervan wordt verbeeld door de veelkleurigheid en door de kleine symbolen, die elk door het licht aangeraakt, iets van dat Licht zichtbaar maken. Water, een ster, een vogel, een bloem, een boomblad, een vlinder en een kaars staan samen voor natuur en cultuur.

Het licht
Gods witte licht
breekt zich in kleuren.

(Martinus Nijhoff in: Het licht)


De website werd voor mij gebouwd, en mijn webdesigner had goed geluisterd. Het werd beter dan wij ons van te voren voor hadden gesteld. En toen de website de lucht in ging, kwam mijn dochter met het idee van een weblog. Ik aarzelde: wat zou ik kunnen schrijven? En wie zou het willen lezen? Ik stribbelde tegen, maar zij hield voet bij stuk. En dan zie je dat dingen veranderen: vroeger deed zij dingen omdat ik dat voorstelde, maar nu is het andersom. Ik besloot om de sprong te wagen en ik maakte een weblog aan.  Ik kon er immers op elk moment weer mee stoppen.

En dan blijkt hoe goed het is soms zo’n sprong in het diepe te wagen: het jaar is rond, ik heb bijna 60 stukjes gepubliceerd en tot mijn eigen verrassing vond ik het meteen al erg leuk om te doen. Of het nut had, wist ik niet, maar voor mezelf was het een verrijking. Dankzij het weblog kreeg ik de kans om allerlei gedachten eens uit te werken. Zonder het weblog zouden die gedachten als het ware half-uitgedacht al weer verdwenen zijn in de veelheid van ervaringen, taken en bezigheden van mijn leven. Maar nu kregen ze de kans om als het ware te ‘stollen’ en vastere vorm aan te nemen. Het is zodoende een soort dagboek geworden, niet zozeer van wat ik deed, als wel van wat ik dacht en ervaarde.

Juist in een leven dat zo vol is en druk, is het goed om af en toe even stil te staan. Bewust ervaren en denken, en dan pas weer verdergaan. Zo werd dit weblog iets kostbaars voor mijzelf.  Het zijn een soort van kralen, geregen aan het snoer van mijn leven. Inmiddels een heel jaar rond. Volgende week begin ik aan het tweede jaar. Niet meer vol aarzeling, maar vol overtuiging en met plezier. Of het nuttig is? Voor mijzelf zeker. En voor anderen? Niet alles heeft meteen zichtbaar nut. Niet alles kun je meten. Ik weet veelal niet wie lezen wat ik schrijf. Maar ik hoop dat er af en toe een vonkje overspringt. En dat het plezier aanstekelijk werkt. Veelstemmig licht: overal om ons heen!

donderdag 2 februari 2012

Gastvrijheid

Deze middag dwaal ik door Sneek. Ik ben een poos in het scheepvaartmuseum, en als ik buiten kom is het inmiddels bijna donker. Ik loop langs een kerk en tot mijn verrassing is de deur open. Binnen is het donker, maar in een zijkapel naast het koor zie ik een stal met een lichtende ster erboven. Langzaam loop ik naar voren en zie Maria, Jozef, het kind in de kribbe. De os en de ezel kijken mij aan; hun ogen groot, als van verbazing en verwondering over  het  geheim van de geboorte. Ik ga een poosje in een kerkbank zitten om te delen in hun verwondering.

Het is mooi hoe in deze kerk, waar verder geen mens is, toch iets van het geloof te ervaren is. Aan de brandende waxinelichtjes te zien zijn er meer mensen even hier geweest, vanmiddag. Ik steek ook een kaarsje aan en het beeld van een engel waar het muntje in moet, dankt mij door zachtjes met haar hoofd te wiebelen.

Een kaarsje aansteken is een mooi gebaar. Het is jammer dat dat in protestantse kerken maar zelden mogelijk is. Het aansteken van een kaarsje is  het verlangen naar licht in de duisternis. In een oud, Frans kerkje, waar het binnen zo heel donker kan zijn, las ik eens:

Seigneur, allume une bougie dans mon coeur. Éclaire ses moindres recoins.
Heer, ontsteek een vlam in mijn hart, en verlicht het tot in de kleinste hoekjes.

foto: Auke-Florian Hiemstra

Het ontsteken van licht is een wezenlijk gebaar: er verandert iets; er komt een lichtpuntje, hoop, warmte ... Bij mijn kaarsje denk ik aan mijn kinderen, thuis. Nog even blijf ik zitten, zie mijn kaarsje branden.

Zo spreekt de kaars:
Draag mij op met een gelovig hart
en laat me niet alleen.
Ik ben dan liefdevol
als jouw gebed mij draagt.
Wanneer je bent weggegaan
zal ik hier blijven branden tot je terugkomt.
Ik zal aan anderen vertellen
dat je hier bent geweest.
Zo blijft de vlam van jouw kaars spreken
van de vlam in jouw hart
als jij je weg vervolgt.

Buiten buldert de wind en zelfs hier binnen bewegen de kaarsjes in de wind. Later ga ik het donker en het gure weer weer in. Mijn weg voert nog langs twee kerken. Ze zijn beide dicht. Groot spiegelen hun ramen in het licht van de straatlantarens.

Ik heb iets met kerkgebouwen. Niet zozeer vanwege het instituut kerk, maar vanwege de ruimte voor verwondering, voor dankbaarheid, voor stilte, voor verbondenheid, voor verdriet én troost. Zo’n gastvrije kerk waar je even kunt zitten, iets van verwondering en stilte kunt ervaren, waar je een kaarsje op kunt steken, dat is voor mij een oase onderweg. Zulke plekken mis ik in het dorp waar ik woon. Zou ik de enige zijn?

fotografie: Siebe Hiemstra