donderdag 29 augustus 2013

Verrassingen in de berm

Vandaag fiets ik langs de meest prachtige bloemenborders, vol uitbundig bloeiende planten. Rode klaprozen, blauwe korenbloemen, witte margrieten en nog allerlei bloemen die ik niet bij naam ken. Eigenlijk zijn dit geen borders maar bermen. Vroeger werden die kort gehouden, steeds gemaaid. Het zag er dan netjes uit, maar meer ook niet. Nu zijn de bermen vaak kleine natuurwonderen geworden. Gewoon boodschappen doen, naar het zwembad fietsen of naar een dorp verderop wordt tot een natuurbelevenis.



Onze zoon woont in Leiden en gaat vaak naar de botanische tuin. Inmiddels ben ik er ook al een paar keer met hem geweest. Het is bijzonder wat daar aan exotische planten en bomen is  te zien: veel soorten palmbomen, honderden soorten vleesetende planten, kleurige planten in de vernieuwde tropische kassen.  De natuur biedt een ongekende variëteit. Dat is wereldwijd het geval, maar zelfs gewoon hier bij ons in de berm. Veel planten die in de berm groeien, halen we uit onze tuin het is onkruid. Klaprozen en korenbloemen stonden vroeger tussen het koren, maar door de veranderingen in de landbouw komen ze tussen het graan niet meer voor.

Gelukkig staan ze nu in de bermen. De bermen worden vanwege de bezuinigingen minder vaak gemaaid. Zo zie je dat soms bezuiniging een nieuwe kans biedt. Ik vind dit geen achteruitgang, maar vooruitgang. Want al dat prachtigs dat je nu in de bermen ziet, is gratis en voor niets. Veel van die wilde planten staan al jaren op de rode lijst van bedreigde wilde plantensoorten.



Onlangs was ik op Schiermonnikoog bij ‘De wilde Akelei’, een kleine kwekerij. De kweker stekt en zaait wilde Nederlandse planten. Ze hebben poëtische namen zoals Guichelheil en Kaasjeskruid. Het is in de volksmond ‘onkruid’, maar het zijn eigenlijk mooie planten met prachtige bloemen. Waarom trekken we die planten uit en maaien we ze af? In onze bermen en in onze tuin kunnen we ervan genieten. Inmiddels staat er dus kaasjeskruid in mijn perk en staan er bijzondere kruiden in mijn kruidentuin.

in kwekerij 'De wilde Akelei'
foto: site van De wilde Akelei

De berm is altijd onbelangrijk: het gaat immers om de weg. De berm is een onbeduidend stukje overschietende grond langs de weg. Alledaagser en gewoner kan het niet. Maar juist die bermen herbergen zulke prachtige natuur. Een tijdje geleden verscheen het boek: ‘God in de berm’ van Henk Vijver. Op de achterkant staat: ‘God lijkt uit het centrum van onze samenleving verdwenen. Als mensen God nog tegenkomen, dan is dat in de marge, in de berm van het bestaan.’  God in de berm wil zeggen: zoek God niet in opvallende en grootse dingen, maar in de alledaagse werkelijkheid van het gewone bestaan.

Terwijl ik daar fiets, langs de berm, denk ik aan dat boekje. De berm is misschien niet iets verhevens, maar is er altijd, overal waar je gaat. De berm begeleidt ons op al onze wegen en zit vol verrassingen. Wie weet wat voor prachtige bloemen je er vindt .. of zelfs God!


voor de wilde planten kwekerij op Schiermonnikoog zie: http://www.dewildeakelei.nl/

kwekerij De wilde Akelei,
foto: Henno Hogervorst







donderdag 22 augustus 2013

Stad van verbinding

Met een enorm geraas rijdt de trein over een spoorbrug. Ik kijk uit het raam: we rijden over de Rijn. De rivier is heel breed en ik zie een paar zwaar beladen vrachtschepen varen. Aan de overkant de torens van de stad Mainz. Naast de trein rijden fietsers en lopen joggers over de brug en ineens zie ik iets dat mij verbaast: het gaas dat de spoorbrug van de voetgangersbrug scheidt, hangt vol met hangsloten.

spoorbrug over de Rijn bij Mainz

In Mainz stap ik uit, zoek mijn hotel en de kerk die ik de volgende morgen wil bekijken, met ramen van Marc Chagall. Het is een prachtige avond en mijn hotelkamer heeft uitzicht op de Rijn. Ik ga een avondwandeling maken, vind een pad dat naar de Rijn leidt en blijk vlak bij de spoorbrug te zijn. Dit is dezelfde brug waar ik met de trein overheen gereden ben. Ik loop de brug op om de raadselachtige hangsloten te bekijken.


In het avondlicht spiegelt het laatste zonlicht op de brede rivier. Aan het gaas hangen honderden, duizenden sloten. Als ik dichterbij kom, ziek ik inscripties. Soms twee letters, soms twee voornamen en een datum. Dit moeten liefdes-sloten zijn. Ik loop helemaal naar de andere kant van de brug en weer terug. Veel sloten hebben een recente datum, maar er zijn er ook van 2002 of 1989. In sommige sloten is  de tekst met een schroevendraaier er in gekrast, andere zijn heel mooi gegraveerd.


Dit is kennelijk een brug waar mensen een liefdes-ritueel uitvoeren. Samen maken ze een slot vast aan het gaas en ze draaien de sleutel om. Gooien ze dan het sleuteltje in de Rijn, die daar diep beneden stroomt? Het gaas is roestig en af en toe raast er een trein voorbij. Maar toch is een brug een mooi symbool voor de liefde. Want een  brug verbindt twee oevers zoals de liefde twee mensen verbindt.

Aan sommige sloten hangen nog weer kleine met één naam: zouden dat hun kinderen zijn? Midden op de brug hangt ook een tekst, met liefde gekrast in een aluminium plaat. Het getuigt van liefde, die sterker is dan de dood. Het is een ontroerende liefdesbrief aan een gestorven vrouw en moeder.

De volgende morgen ga ik naar de Sankt Stephanskirche waar ik de Chagallramen bekijk. Bij Chagalls werk vind je vaak liefdesparen en zo ook hier: Izaäk en Rebecca en een liefdespaar in het paradijs. Maar niet alleen daarin, maar uit het geheel spreekt liefde.  Bij deze ramen met hun intense kleuren spat de liefde voor kleur en voor het leven er af. Ze vertellen over de liefde van God en de liefde voor mensen. Ze getuigen van hoop en optimisme.

Chagallramen
in de Sankt Stehpanskirche
in Mainz

De ramen zijn in 1976-84 door de toen hoogbejaarde Chagall gemaakt.  Ze zijn bedoeld als een teken van liefde, vrede en hoop. De Sankt Stehphanskerk wais in de tweede wereldoorlog door bombardementen van de geallieerden bijna volledig verwoest. De joods-Franse kunstenaar maakte de glasramen in deze weer opgebouwde kerk als teken van verzoening tussen Frankrijk en Duitsland en tussen joden en christenen. Deze ramen willen een brug zijn tussen mensen en tussen godsdiensten.

Mainz is een stad van liefde. Want daar verbinden mensen zich met elkaar op de brug, daar waar twee oevers met elkaar verbonden worden. En daar maakt het zonlicht elke dag opnieuw Gods liefde zichtbaar in de intense kleuren en de beweging in de ramen van Marc Chagall.

donderdag 15 augustus 2013

Levenslang en langer

‘Dat doet over honderd jaar niemand meer zeer”- dat zegt mijn man regelmatig als ik ergens een probleem van maak. Vaak is dat precies wat ik nodig heb. Een perfectionist moet leren relativeren. Niet alles is van levensbelang. Niet alles hoeft perfect. Veel van wat mij nu heel belangrijk kijkt, is sneller dan je denkt vergeten.

Toch blijft die opmerking vandaag bij mij haken. Want er zijn ook dingen die je nu doet, die langer invloed houden dan je ooit zou denken. Als kind ben ik gepest. Vanuit school was daar toen geen aandacht voor. Ik merk dat dat nu nóg invloed op mij heeft. We zijn ruim 35 jaar verder en ik ben gegroeid in zelfvertrouwen en kracht. maar de paniek slaat zomaar ineens toe: als ik op een middelbare school de gymzaal in kom of als ik gevraagd word mee te doen aan een straatvolleybal toernooi. Degenen die mij destijds gepest hebben, hebben zich niet gerealiseerd hoe verstrekkend hun gedrag was. En dan te bedenken dat er nog steeds kinderen worden gepest.

Een mens kan door wat hem of haar aangedaan of overkomen is een leven lang getekend zijn. De Sire reclame rondom de problematiek van echtscheiding heeft grote indruk op mij gemaakt. Want ouders in hun woede zeggen, wordt als tatoeage op hun kind zichtbaar: niet afwasbaar, voor altijd. Dat draag je met je mee, dat doet over 50 jaar nóg zeer.

foto van de Sire campagne, van internet

Bij situaties als kindermishandeling, incest, misbruik en geweld kan iemand levenslang krijgen. Zo is dat ook bij oorlog. Soms komen bij ouderen die de tweede wereldoorlog meemaakten, op hoge leeftijd nog nare herinneringen boven. Of ze zijn nooit weg geweest, altijd ergens verborgen. Sommige ouders hebben onbewust hun pijn op hun kinderen overgedragen. Zo gaat de pijn van generatie op generatie en duurt de pijn eindeloos.Dat pijn zo lang blijft, moet ons voorzichtig maken. Wat wij zeggen tegen die ander, wat wij doen: het kan iemand een leven lang achtervolgen.

Terwijl ik op het strand van Schiermonnikoog langs de branding loop, zie ik veel schelpen maar ook plastic flessen, jerrycans met blauwe vloeistof en waarschuwingstekens (giftig!), lege bierflesjes en eindeloos in elkaar verwarde vissersnetten. De zee, volgegooid met allerlei afval waarbij mensen gedacht hebben: dat doet in die eindeloosheid niemand meer zeer. Maar inmiddels is al dit zwerfafval (“plastic soup”) in zee een reusachtig probleem aan het worden.

zie: plasticsoupfoundation.org

Hoe vaak gaan wij niet zo met de natuur om: ondoordacht en alleen denkend aan het hier en nu. Veel van wat wij nu doen, gaat over honderd jaar grote problemen geven. Ik denk aan de opwarming van de aarde en de klimaatsverandering, aan de vervuiling van water en lucht. Ons energieverbruik gaat over honderd jaar mensen zeer doen. Erger nog: de atoomenergie die wij nu gebruiken, zadelt de mensen na ons met grote problemen op. Dat gaat niet over 100, maar over miljoen (!) jaar. Eén van de problemen: hoe kun je toekomstige generaties waarschuwen voor dit gevaar? Het nucleaire afval in aardlagen, zoutkoepels of waar dan ook opgeslagen is onzichtbaar maar dodelijk. Kunnen zij onze taal nog lezen? Ter vergelijking: de Egyptische hiëroglyfen (een paar duizend jaar oud) waren lange tijd onleesbaar en zijn pas na lang onderzoek voor geleerden te begrijpen. Onze taal, maar ook onze symbolen zullen onleesbaar worden en in andere situaties en andere tijden misverstaan worden.

Veel dingen doen over honderd jaar nóg zeer. Zelfs over eeuwen en millenia. Laten we ons verstand gebruiken en beseffen hoe ver de gevolgen van onze daden hier en nu reiken.

donderdag 8 augustus 2013

Een stukje eeuwigheid

Mijn agenda staat vol afspraken. Een week is zomaar om. De tijd vliegt en het lijkt wel of het steeds sneller gaat. Uit mijn jeugd herinner ik mij eindeloze zomers waarin ik elke dag een boek las en tenten bouwde in de tuin. Dat gevoel ben ik, gevangen in verplichtingen en verantwoordelijkheden tegenwoordig een beetje kwijt geraakt.

Wij zijn een paar dagen aan het strand op Schiermonnikoog. Omdat je geen auto mee mag nemen naar het eiland , hebben we heel weinig spullen mee. Ons voornaamste programmapunt is: het strand. We wandelen uren langs de branding en dat piepkleine eiland blijkt eindeloos lang.

eindeloze branding en eindeloze horizon

Alles is hier oneindig: de horizon, de wijde hemel, de hoeveelheid prachtige schelpen, de branding ... De golven rollen af en aan, dag en nacht in een eindeloze beweging. Het geluid ervan is altijd op de achtergrond hoorbaar. Deze oneindige beweging en dit eindeloze geluid geven ruimte. Het brengt me tot rust. Ik word even uitgetild boven al die taken en deadlines. Hier regeert de secondewijzer niet. Hier is niet de snelle tijd van tikkende klokken, van haast en prestatie maar de langzame tijd van eb en vloed, van dag en nacht, van de zon die na een lange dag weer ondergaat.

Op een van onze wandelingen over het eiland zitten we even op een bankje en genieten van het weidse uitzicht. Als we weer opstaan om verder te gaan, lees ik op de leuning van het bankje de spreuk:

De vlinder telt geen maanden doch momenten 
en heeft tijd genoeg.

uitzicht vanaf de Kobbeduinen
op Schiermonnikoog

Mijn horloge doe ik af. Mijn dagritme past zich aan aan de zon. Daar, onder die oneindige hemel en aan dat eindeloze strand met die nooit aflatende beweging van de branding, ervaar ik iets kostbaars: ik beleef een stukje eeuwigheid, ruimte en heelheid. 

Mijn zakje met schelpen wordt voller. Die mooie nonnetjes, zaagjes en andere vondsten neem ik straks mee naar huis. Hopelijk kan ik straks ook iets van die ervaring van de eindeloosheid meenemen. zodat er in mijn volle, drukke dagelijks leven toch ruimte blijft: iets van oneindigheid en eeuwigheid.

Wind en wolken
wisselend getij
vol verwondering
zijn wij

MMS


donderdag 1 augustus 2013

Waarin een mens klein én groot kan zijn

Het eiland Iona maakt een mens klein. Want dit eiland is miljarden jaren oud en wij kleine mensen kunnen ons daar geen voorstelling van maken. Mensen bestaan nog maar zo kort, vergeleken met onze aarde. Als je een tijdlijn van de geschiedenis van de aarde maakt, is de tijd dat er mensen op aarde leven op 18 cm tijdlijn maar een enkele potloodstreep.

Het gesteente op Iona is miljarden jaren oud. En dan is er nog de geschiedenis van duizenden jaren: de komst van Columba, de oude begraafplaats, de Saint Oran’s kapel en de ruïne van het nonnenklooster. De abdij waar wij logeren, gebouwd rond 1200, staat op een plek waar eerder al een oudere kerk stond.

“Rèilig Odhrain”, Oran’s begraafplaats

Op onze pelgrimage over het eiland voelen we ons in die lange geschiedenis klein worden. Wij krijgen weer de mensenmaat die bij ons past, en niet de hoogmoedige heersersgeest die ons vaak in zijn greep houdt.
We eindigen onze pelgrimstocht in de Saint Oran’s kapel uit de twaalfde eeuw en daarmee het oudste gebouw van het eiland. Het staat midden op  “Rèilig Odhrain”, oftewel Oran’s begraafplaats. Deze kerk is als kapel voor begrafenissen gebouwd.

Oran's chapel

Aly Newell, onze begeleidster op de pelgrimage, vraagt ons een naam te noemen van een geliefde die gestorven is en die veel voor ons betekent. Er klinken allerlei namen in de oude kapel: van een grootvader, een moeder, een neef, een zoon, een vriendin ...

Iedere naam heeft eigen herinneringen en een eigen verhaal. Al deze mensen zijn van betekenis geweest en gebleven, spelen een rol in onze levens.

Zo wordt een mens op Iona ook weer groot. Want ook wíj mogen iets betekenen voor de mensen en de wereld om ons heen. Zo mogen we in dat ene kleine potloodstreepje liefde doorgeven, verantwoordelijk zijn voor elkaar en onze aarde. Daar kan een klein mens groot in zijn!