donderdag 30 januari 2014

Alles in de wind

We zijn net een weekend in Friesland als er een heel harde storm voorspeld wordt. We horen de wind aanwakkeren en steeds sterker worden. Buiten klappert en rammelt het en de wind huilt om het huis We zien dikke takken uit bomen waaien en bij het kanaal ontstaat er een soort gordijn van wild opwaaiend water.

Later zijn we onderweg in de auto en voelen hoe de wind trekt en rukt. Overal zien we ontwortelde bomen, afgebroken bomen, opwaaiende dakbedekking, omgewaaide karren en kapotgewaaide verkeersborden. Niemand fietst meer en wie loopt heeft moeite om overeind te blijven. Wat heeft de wind een enorme kracht! Op de Filipijnen was het geen storm maar een orkaan, en daar was de ravage helemaal niet meer te overzien.

Wind is iets wonderlijks: je kunt er op zo’n stormdag bang voor zijn en ontzag voor hebben, maar op andere momenten kun je juist naar wind verlangen. Een koele bries maakt een hete dag draaglijk; een frisse wind blaast de muizenissen uit je hoofd. Wind brengt in beweging: waar een frisse wind waait worden verfrissende nieuwe ideeën ingevoerd, kan het schip zeilen en de molen draaien. De was wappert in de wind en als je het binnenhaalt ruikt het zo heerlijk fris: kom daar eens om bij een wasdroger. Zo gebruiken we de kracht van de wind. Zeker in onze tijd waarin we op zoek zijn naar duurzame energie is windenergie een schone, blijvende bron van energie.


In Tibet wordt de wind wel op een heel bijzondere wijze ingezet: bij het gebed. Op bergpassen en bij boeddhistische tempels worden slingers met gebedsvlaggetjes opgehangen. Op de stukjes stof zijn mantra-gebeden gedrukt. Wanneer de stof wappert in de wind worden vrede, compassie, kracht en wijsheid door de wind verspreid over de hele wereld.

de oude windwijzer van de Hooglandse kerk, Leiden

Dankzij vlaggetjes, windwijzers of de bomen kunnen wij zien of het waait, hoe hard en uit welke richting. Als het niet waait ben je je er niet van bewust dat er steeds lucht in beweging is. Wij leven van die lucht, we kunnen er helemaal niet zonder. Adem is de wind waarop wij leven. Waar een kind geboren wordt, moeten de longen volstromen met lucht om leven mogelijk te maken.

‘Dat wij volstromen met levensadem’, zegt een lied van Oosterhuis: steeds opnieuw hebben wij die lucht nodig die ons kracht geef en energie. Wie astma heeft of een andere longziekte weet hoe moeizaam leven met te weinig lucht is.

De adem, de wind zélf zie je niet – maar wel wat hij doet. Is dat niet hetzelfde met God? Dat de wind symbool staat voor Gods Geest is niet zo verwonderlijk. Zoals levensadem en wind alles in beweging brengen: zo werkt de Geest van God. Het stof waait weg, we krijgen kracht, een duwtje in de rug, de wind méé.

De Geest van God waait als een wind
die soms als storm durft op te staan,
geweld en kwaad durft tegengaan ...   

(uit een lied van Marijke de Bruijne, liedboek 691)

Door die wind mogen wij ons in beweging laten zetten. Die wind is een storm tegen alle onrecht en kwaad en een bries die nieuwe energie en moed geeft. Wij leven van de wind die aanrukt uit de hoge.  Alles in de wind: laten we in beweging komen!

Dit weblog verscheen eerder in 'In Gesprek', maandblad van de PVO.

donderdag 23 januari 2014

Kijken met de ogen van een atheïst

Het begon met een youtubefilmpje. Mijn zoon had het me gestuurd. Het maakte dat ik het boek ging lezen: Religie voor atheïsten. Een intrigerend tegenstrijdige titel, want atheïsten ontkennen het bestaan van God, en religie gaat juist om het geloven in God. Wie zich atheïst noemt, verwerpt in de regel alles wat ook maar op enige wijze met religie te maken heeft. Maar Alain de Botton, schrijver van dit boek, kijkt vol nuance naar het verschijnsel religie. Hij ziet dat religies soms ook nuttig, interessant en troostrijk kunnen zijn en met zijn boek wil hij redden wat mooi, ontroerend en wijs is.

‘Het kind met het badwater weggooien’ is vaak de reactie als mensen schoon schip maken en echt opnieuw willen beginnen. De Botton realiseert zich dat mensen bij het afstand nemen van God vaak ook zonder meer afstand namen van de pósitieve aspecten van religie. Hij zoekt daarom naar mogelijkheden om bepaalde religieuze ideeën en gewoonten te vertalen naar de seculiere samenleving.

In de media en in gesprekken is er vaak kritiek op geloof en kerk en daarin klinkt door dat mensen geloven uit de tijd vinden en achterhaald. Terwijl ik in een café in Leiden zit, raak ik met iemand in gesprek die mij zegt dat predikanten de mondige mens van nu niets meer te vertellen hebben. Ik begrijp wat hij bedoelt. Tegelijkertijd denk ik dat een geloofsgemeenschap iets wezenlijks toevoegt aan een mensenleven.

Alain de Botton gelooft niet in God. Maar hij kijkt met een open blik naar religie en analyseert wat hij ziet. Het is spannend om mee te kijken hoe een niet-gelovige naar religie kijkt. Hij bekijkt allerlei aspecten van religie zoals gemeenschap, onderwijs en de relatie met kunst en architectuur. Natuurlijk herken ik me niet altijd  persoonlijk in hoe hij geloof omschrijft, maar daarvoor is religie wereldwijd ook te divers door cultuur en omstandigheden. Toch zijn de algemene kenmerken die hij noemt veelal universeel en dat maakt het boek een interessante uitdaging.

Mooi vind ik hoe hij schrijft over kerkdienst en avondmaal. In de kerk zijn we niet meer onderdeel van de kleine groepjes waar we normaal in verkeren, maar maken we deel uit van het grotere geheel. Je bent vreemd voor elkaar, maar je ervaart toch verbondenheid. En doordat je elkaar van dichtbij meemaakt, ga je eerder begrip voor elkaar hebben. Vooroordelen ontstaan vooral over mensen en groepen die je niet kent. Zo gezien is het koffiedrinken na de viering veel belangrijker dan de preek. Zo kijk ik zelf weer met andere ogen naar de kerkdienst.


Naar aanleiding van dit boek ga ik ook anders kijken naar dingen waar ik zelf als modern gelovige niet meer zo mee bezig ben. Bijvoorbeeld de erfzonde: hij ziet dat als iets positiefs, omdat dat een heel democratisch principe is: ieder mens heeft onvermijdelijk fouten. Dat maakt mensen gelijk, de een niet beter dan de ander. Bovendien houdt het je realistisch. Religies benadrukken dat mensen onvolkomen wezens zijn, en het voordeel daarvan is dat mensen niet steeds hogere eisen gaan stellen en te hoge verwachtingen gaan koesteren.

Zonder religie, zegt De Botton, neigt de mens ertoe zichzelf in het middelpunt te plaatsen.
Dan verbeelden ze zich heer en meester over hun eigen lot te zijn, verwoesten ze de natuur, vergeten ze het ritme van de aarde en verzuimen ze om alles wat hun door de vingers glipt op waarde te schatten en te respecteren. (p. 193) Zo is religie in de eerste plaats symbool van al wat ons te boven gaat. Het is geen vernedering om op onze plaats gezet te worden door iets wat groter, ouder en ontzagwekkender is dan wijzelf. (p. 194) 

Hij noemt dan o.a. gletsjers, microscopische levensvormen en pasgeboren baby’s. Hij schrijft ook dat niet-gelovigen minder bedreven zijn in de ‘kunst der erkentelijkheid’ omdat wij moderne mensen menen dat wij ergens recht op hebben en er zelf hard genoeg voor gewerkt hebben en het dus vanzelfsprekend vinden.
Een mens hoeft niet te klein van zichzelf te denken. Dat is iets wat religie ook vaak veroorzaakt heeft. Maar een mens moet ook niet te groot van zichzelf denken.

Zelf word ik regelmatig treurig van de godsbeelden van mensen die tot heel veel ellende leidden en nog leiden: van het weggeven van kinderen van ongehuwde moeders tot het plegen van aanslagen. Soms richt religie zoveel kwaad aan dat ik wel eens denk dat de wereld beter af zou zijn zonder. Maar aan de andere kant geloof ik heilig in de positieve kracht van religie en zo zijn geloof en spiritualiteit een wezenlijk deel van mijn leven. Daarbij zijn het niet de dogma’s die voor mij de waarde van religie uitmaken, maar de rituelen, de muziek, de kunst en het steeds weer gewezen worden op onze verantwoordelijkheid voor onze naasten en moeder aarde. Zo raken de visies van de atheïst De Botton en van mij als gelovige elkaar.

Dit boek van De Botton helpt mij in het besef dat allerlei aspecten van religie op vele manieren een positieve bijdrage kunnen leveren aan onze wereld. Als atheïsten en gelovigen elkaar nou eens konden vinden op die vele terreinen die De Botton noemt, zou dat de samenleving goed doen.  Gelovigen en niet-gelovigen aller landen verenigt u: we kunnen veel van elkaar leren.



donderdag 16 januari 2014

Een nieuw begin

Het nieuwe jaar is al twee weken oud. Ik schrijf niet meer per ongeluk 2013 boven een brief: ik ben al aan 2014 gewend. De jaaroverzichten en het speculeren over de toekomst zijn voorbij: nu is het gewoon weer tijd om aan de slag te gaan en er wat van te maken.

Zelf heb ik niet zoveel met Oud en Nieuw. Het is een volledig kunstmatige grens, door ons mensen bedacht. Vroeger begon het nieuwe jaar in het voorjaar, wanneer het nieuwe leven weer zichtbaar werd. Later is het naar december verplaatst, vanwege het nieuwe begin dat met de winterwende gevierd werd, wanneer de dagen weer langer worden. Dit is verbonden met de geboorte van Jezus, wat ook een nieuw begin is.

Al is het tijdstip van dit nieuwe jaar is vooral symbolisch, het is een nieuw begin. Dat spreekt mij wél aan. Want een nieuw begin heeft een mens af en toe nodig. Het is goed om te beseffen dat zaken niet altijd hoeven te blijven zoals ze zijn, dat dingen kunnen veranderen. Een feestdag of het begin van een nieuw jaar kunnen ons helpen om dat nieuwe begin te starten, om er handen en voeten aan te geven. Je verjaardag, Pasen, de jaarwisseling: ze worden symbool van een nieuw begin.



Afgelopen zondag was ik in de kerk van Driel. Met de kinderen zou gepraat worden over ‘een nieuw begin’ en daarvoor had de leiding een ritueel bedacht. Ieder die graag een nieuw begin wilde maken, op wat voor manier ook, mocht naar voren komen en een waxinelichtje aansteken. Velen, jong en oud, kwamen naar voren. De rest van de viering brandden daar al die kaarsjes als teken van hoop en verlangen, als teken van de wens een nieuw begin te maken.

Ieder mens heeft zijn eigen verhaal en geschiedenis. Wie ziek was, gescheiden is, in verwachting is, zijn baan verloren heeft, financiële zorgen heeft: allemaal verlangen zij en zoeken zij naar een nieuw begin. Het kan helpen als de dagen dan maar niet in sleur doorgaan, maar wanneer er een dag uitspringt waarbij iets nieuws begint: een nieuw seizoen, een nieuw kalenderjaar, een nieuw levensjaar ... Dat kan het zetje zijn dat je nodig hebt om met dat nieuwe begin aan de slag te gaan. Want over het algemeen is een nieuw begin iets dat wat van ons vraagt: om ons open te stellen, om nieuw te kijken of anders te handelen.

Hoewel we soms zó naar een nieuw begin verlangen, kan het ons ook bang maken. Want een nieuw begin gaat gepaard met onzekerheid, we moeten het onbekende tegemoet. Daar kun je tegenop zien en bang voor zijn. We willen te ver vooruit kijken, en dat kan niet. Vaak helpt het om een eerste stap te zetten. Dan blijkt de volgende stap minder moeilijk en duidelijker dan je van te voren kon vermoeden.

mandala van de levensweg, getekend bij psalm 139
Monica M Schwarz

Ons leven is niet statisch, iets dat altijd hetzelfde blijft, maar ons leven is voortdurend in verandering. We zijn allemaal onderweg, op onze levensweg en in de tijd. Steeds is er een nieuw begin mogelijk; ondanks lood in de schoenen ook vleugels van licht, zoals lied 822  van Jan Marten de Vries in het nieuwe liedboek zo mooi verwoordt.

Broeder Roger van Taizé zei:

Als wij bij elke dageraad de nieuwe dag zouden aannemen als een begin van een nieuw leven… 
Wie op weg gaat naar God, gaat van begin tot begin. 

Elke dag kan het begin zijn van een nieuw leven. Laten we in 2014 verder trekken, open voor een nieuw begin en ondanks soms lood in de schoenen toch vertrouwend op die vleugels van licht en een open horizon.



donderdag 9 januari 2014

Waardevol afval

Onze dochter drukt de restjes kaarsvet uit de aluminiumcupjes van de waxinelichtjes. Juist in deze donkere tijd worden bij ons veel lichtjes ontstoken. De kaarsresten ervan gooien we in een oude pan. Het is vreemd hoe snel die pan vol is. Ik breng de inhoud naar iemand die als hobby kaarsen maakt. In ruil voor dit afval krijg ik dan enkele nieuwe zelfgemaakte kaarsen cadeau.


Afval voor de één, is grondstof voor de ander. In de maatschappij is dat besef lange tijd weg geweest. We gooiden alles wat we niet meer nodig hadden maar weg en dachten ook niet na over wat er dan verder mee gebeurde. Glas, groenafval, metaal, papier: het kwam allemaal bij elkaar in de bak. Maar mijn ouders maakten zelf compost en wij brachten het glas naar een glasbak. Daar werd door de familie destijds wat lacherig over gedaan.

Inmiddels hebben we groene containers en bij ons in het dorp zit de glasbak vaak stampvol: ik ben gelukkig de enige niet die mijn glas er in gooit. Het plastic wordt ingezameld en oude batterijen en elektrische apparaten kun je apart inleveren. Ik kom af en toe bij de milieustraat om mijn chemisch afval en mijn aluminiumcupjes in te leveren. Het voelt heel apart als je daar rond loopt en in verschillende containers je afval mag scheiden.

Appelse heide

‘Afval’ is iets wat mensen uitgevonden hebben. Want in de natuur wordt alles hergebruikt. Alles wordt opgeruimd en opgegeten. Vele soorten beesten zijn gespecialiseerd in het opruimen van afval: in de natuur is recycling heel gewoon. Mestkevers, pissebedden en aasgieren, maar ook paddenstoelen, zwammen en schimmels zijn voortdurend aan het werk. Wat voor het ene dier afval is, is bron van leven voor een ander. Alles heeft zijn waarde en vormt weer grondstof voor iets nieuws.

Onze voorouders deden niet anders. Sokken werden gestopt, jassen gekeerd, uit afgedragen kleding van de volwassenen werden kinderkleren genaaid. Restjes eten werden verwerkt tot soep of andere heerlijke gerechten. Van vodden werden kleedjes geweven of poetsdoeken gemaakt. Als dingen niet meer voor hun oorspronkelijke doel geschikt waren, werden ze vaak nog op een andere manier ingezet. Een theepot zonder deksel  werd gebruikt als bloemengieter en een schotel zonder kopje kwam onder een potplant. Oud ijzer werd opgehaald en de voddenman kwam langs. Alles had zijn waarde.

Onze rijkdom heeft ervoor gezorgd dat we het besef van de waarde van dingen wat verloren hebben. We gooien kostbare grondstoffen weg zonder het te beseffen. Veertien procent van ons eten wordt bijvoorbeeld ongebruikt weggegooid; dat is 50 kilo per jaar per persoon.


Op rommelmarkten staat zoveel, dat je er een heel huis mee in zou kunnen richten. Vaak zijn dingen niet meer in de mode, is er iets nieuws te koop en dus gaat het oude weg. Gelukkig zijn  rommelmarkten ook een vorm van hergebruik: wat de één kwijt wil, maakt een ander weer blij. Marktplaats is de digitale equivalent: daar vind ik vaak boeken die ik wil lezen, en verkoop ik de boeken die ik uit heb. Waar ik vroeger uren in De Slegte moest zoeken, ben ik nu met een paar muisklikken in het bezit van het boek dat ik zoek.

We zijn veel rijker dan we denken. We gooien nog veel te veel van waarde zomaar weg. Eigenlijk is dat heel respectloos. Want alles wat er is, is gegroeid of gemaakt en dat heeft aandacht en energie gekost. Laten we dus met nieuwe ogen kijken naar de dingen om ons heen en recyclen wat we kunnen: dat komt onze aarde ten goede!

donderdag 2 januari 2014

Dromen, durven, doen!

Wat kan een mens vreemde dingen dromen. In je dromen ontstaat een nieuwe wereld waarin alles kan. Soms kun je er om lachen of brengt het troost, soms zijn het nachtmerries. Zorgen en gepieker van overdag kunnen doorwerken in de nacht. Wat is het dan een opluchting als je wakker wordt en gewoon in je bed ligt.

Maar niet alleen ’s nachts, ook overdag dromen we: dagdromen. Vaak doen mensen daar wat geringschattend over: dagdromen is niet nuttig en alleen maar fantasie die je niet verder brengt. Maar wat zou een mensenleven zijn zonder dromen? Kinderen hebben dromen over later. Die dromen zijn niet altijd zo realistisch, maar ze ontstaan van uit een heel reëel verlangen. Een mens heeft toekomstperspectief nodig om te kunnen leven: dat je ergens naartoe leeft, dat er iets is om je op te verheugen! Dat geeft richting en kwaliteit van leven.

ML King, foto van Wikipedia

Er zijn mensen die met zulke dromen de geschiedenis een heel nieuwe wending gaven. “I have a dream”, zei Martin Luther King.  “Ik heb een droom dat mijn vier kleine kinderen op een dag in een land zullen leven waar ze niet zullen worden beoordeeld op de kleur van hun huid maar op hun karakter.” Het was toen een heel onrealistische droom en King’s droom is nog lang niet helemaal uitgekomen. Nog steeds worden mensen beoordeeld op hun uiterlijk, op hun huidskleur. Maar er is wel veel veranderd sinds King vertelde van zijn dagdroom.

Afgelopen jaar overleed een andere grote dromer: Nelson Mandela. In een tijd van dreigende burgeroorlog droomde hij van vrede en zei hij: “Gooi al je speren, geweren en wapens in de oceaan. Want vanaf nu zullen we in vrede leven.” Zulke dromen kunnen de geschiedenis een totaal nieuwe draai geven.

Nelson Mandela, foto van Wikipedia

Dromen zijn de zaden van de verandering.
Niets groeit zonder zaad,
en niets verandert zonder een droom.

Debby Boone

Dromen geven kracht. Ze geven moed, ze geven richting. Ze maken, dat je weet waar je naar toe wilt, hoe het volgens jou bedoeld is. Dat is dan niet een dagdroom om wat bij weg te dromen, maar een impuls waardoorje leven richting krijgt. Een kind dat droomt van iets duurs moet een baantje zoeken en leren sparen. Een jongere die droomt van een bepaalde baan, moet zijn huiswerk maken en zijn energie erin steken. Sommige dromen zullen anders uitpakken. Je leert misschien dat rijk worden niet zozeer met je bankrekening te maken heeft, als wel met liefde en gezondheid. Zo brengen je dromen je verder, al gaat het soms anders dan je denkt.

De titel van dit stukje is de titel van een boek. Ben Tiggelaar schreef het  om mensen te helpen hun dromen waar te maken. Want veel mensen blijven hangen in dromen. Dit boek nodigt uit om je dromen om te zetten in daden. In dat boek gaat dat vooral om dromen op persoonlijke vlak. Dagblad Trouw wijdde vandaag een hele pagina aan mensen die in 2014 hun droom waar maken.

Dromen, durven en doen: de dromen van ons persoonlijk leven én de grote dromen voor onze wereld, zoals vrede en duurzaamheid. Dat wij in dit nieuwe jaar de vele kansen grijpen om te dromen, te durven én te doen!

Er is geen toverfee
die maatschappelijke verandering brengt.
Verandering komt alleen tot stand
door daadkracht van individuen.

Winona Laduke