donderdag 27 maart 2014

Tussen roeping en keuze

 “Is dat nou roeping?”  Ze kwam in de pauze bij me en keek me indringend aan. Want ik had verteld dat ik een beroep gekregen had naar een andere gemeente. En zeker op de Veluwe weten mensen dat predikanten ‘roeping’ hebben. Zijn wij predikanten nou door God geroepen?


We worden allemaal wel eens geroepen:  “Monica, de printer doet het niet”, “Mama, waar zijn mijn sportschoenen?”,“Monica, je moet opstaan.” Soms is het fijn als je geroepen wordt. Ik weet nog hoe dat was toen Siebe terug was van een pelgrimage van drie maanden en ik ervan genoot als ik hem thuis hoorde komen en hij mij dan zocht en riep: “Monica”. Dat had ik zo gemist. Maar soms is geroepen worden niet fijn: als je slaapt en nog moe bent, of als je bij  de tandarts in de wachtkamer zit.

Roeping associëren veel mensen met predikanten en zendelingen. Dan wordt het iets heiligs en iets zwaars en verbindt men het met de stem van God. Maar zit het woord ‘roeping’ niet ook in het gewone woord ‘beroep’? Een tijdje geleden was ik bij de huisarts. Ik moest een poos wachten en tegenover mij zat de assistente. De telefoons rinkelden, mensen kwamen iets afgeven, er was een misverstand, iemand kwam op de verkeerde tijd, een ander was boos dat zijn afspraak niet klopte… alleen al bij het kijken ernaar werd ik zenuwachtig. Toen ik aan de beurt geweest was, had ik het er even met haar over. Ik suggereerde dat ze het maar moeilijk had, waarop ze rechtop ging zitten en zei: “Ik vind het heerlijk, dit is een geweldig beroep!” In het woord beroep zit het woord roeping en dit is háár roeping.

Ieder mens heeft een eigen roeping. Als je je geroepen voelt, maak je een keuze. Je doet het dan niet omdat het van iemand anders moet of omdat het zo hoort of omdat men het van je verwacht ... nee je doet het omdat je een innerlijke motivatie hebt. Dat is roeping, en het is fijn als dat je keuzes kan bepalen. Want wat je doet uit met je hart brengt zowel jou als die ander verder.

Deze week was ik bij een collega en haar man die enkele jaren geleden de grote stap hebben gezet om hun droom waar te maken. Zij hebben gehoor gegeven aan hun verlangen, aan de roep, en zij hebben hun keuze durven maken.  Wij voelen ons vaak onzeker: weet ik wel genoeg, kan dat financieel wel of wie ben ik nou helemaal.  We willen wel, maar … Wij zeggen voortdurend:   “Ja, maar.” Wij zien vaak spoken en beren en dat is soms ook wel gemakkelijk omdat je dan niet hoeft te kiezen. Want kiezen is moeilijk.

We bevinden ons in heel verschillende situaties. Maar allemaal worden we geroepen. Ieder van ons heeft haar of zijn eigen roeping. Ieder van ons wordt geroepen, elke dag en elke dag opnieuw mogen we keuzes maken. Jonge mensen zijn zich daar meer van bewust, zij moeten voortdurend kiezen, voor een school, een profiel, een vervolgopleiding, een beroep en een partner. Maar eigenlijk blijft dat je hele leven lang: aan welke roep geef je gehoor? waar kies je voor? Welke taak neem je op je?

Mijn beroep naar een andere gemeente heeft te maken met roeping. Ik ben niet in de wieg gelegd als doktersasssistente of als makelaar, ik voel bij veel beroepen géén roeping. Maar ik voel mij geroepen om te werken als predikant: dat is mijn be-roep. Nu is er een gemeente die mij roept, mensen die graag willen dat ik in hun midden kom werken. Ik moet nu een keuze maken. Daarin laat ik hun roepen, maar ook mijn eigen verlangens en mogelijkheden meewegen. Want als het niet ook verlangen in jezelf is, is het niet goed om er gehoor aan te geven. En daarbij denk ik ook aan praktische dingen: hoe is het voor mijn gezin, kan ik daar aarden, kan ik daar goed wonen?


Roeping kan in grote dingen zitten, in radicale keuzes. Maar vaak ben je niet in de omstandigheden of op de leeftijd dat dat kan. Roeping kan ook in kleine dingen: iedereen kan de wereld om zich heen mooier kleuren. Ieder van ons heeft andere mogelijkheden en zit in een andere situatie. Maar het maakt altijd uit wat je kiest, aan welke roep je gehoor geeft.

Mensen gevraagd, er worden mensen gevraagd …
Mensen gevraagd om hun nek uit te steken
Mensen gevraagd om hun stem te verheffen
Mensen gevraagd, er worden mensen gevraagd
Dringend mensen gevraagd!

(uit een gedicht van Coen Poort)

Mensen gevraagd om hun roeping te volgen.
Dringend mensen gevraagd.


zie: http://www.zingevingsboerderij.nl/   voor de keuze die mijn collega en haar man maakten

woensdag 19 maart 2014

Hangen aan het verleden of hangen aan de toekomst

Voel je je thuis in de tijd waarin je leeft? Als mensen ouder worden, begint er wel eens vervreemding op te treden. In onze tijd gaan de ontwikkelingen zo snel, dat mensen ze soms niet meer bij kunnen benen. Als je nog zonder waterleiding en telefoon opgegroeid bent, kijk je met andere ogen naar onze tijd. Als je nog gewassen hebt met een wasbord en kookte op petroleum, als je elke dag een uur naar school moest lopen en maar één dag per jaar op vakantie ging – dan is er ongelooflijk veel veranderd.

fotograaf: Henk Hilterman, van de site: Het geheugen van Nederland

Sommige ouderen hebben geen computer aangeschaft. Ze hebben hun hele leven immers zonder gekund. Maar het wordt steeds lastiger en ze voelen zich nu meer en meer buitengesloten. De tijd verandert zo, dat wat altijd zo was en altijd kon, nu niet meer is en kan.


Je moet als mens erg flexibel zijn om mee te gaan met je tijd. Je moet met een open blik kunnen kijken naar nieuwe dingen: zonder vooroordeel, zonder steeds te vergelijken met vroeger. Nu mensen ouder worden én de ontwikkelingen elkaar steeds sneller opvolgen, wordt er veel van mensen gevraagd. Ik realiseer me dat dat hoge eisen aan mensen stelt – en dus ook aan mij. Ik moet met mijn tijd mee, ik moet open blijven staan voor nieuwe dingen, ook als ik dat zelf niet nodig en lastig vind, ook als dat moeite kost.

Als ik bij mijn ouders ben, komt die vraag ter sprake: ‘Voel je je thuis in de tijd waarin je leeft?’ Maar hier gaat het gesprek een andere richting uit. Mijn moeder heeft heel andere tijden meegemaakt – ook moeilijke, zoals de oorlogsjaren. Maar als kind beleef je dat anders. Als kind heb je een groot vertrouwen; in je ouders, in het leven, waardoor je uitkijkt naar de bevrijding. Nu lijkt de tijd veel beter en makkelijker: zoveel rijkdom en overvloed. Maar mijn moeder kijkt verder: de wereldproblemen zijn verschrikkelijk groot. Mijn ouders zijn zich pijnlijk bewust van de klimaatsproblematiek en de desastreuze gevolgen voor heel onze wereld.

Inmiddels is mijn moeder geen kind meer, maar oma van vijf kleinkinderen. Zij voelt de verantwoordelijkheid voor de nieuwe generatie en ze voelt zich soms zo machteloos. Zij heeft geen moeite met allerlei nieuwe ontwikkelingen an sich, maar wel met de bijverschijnselen en de keerzijde ervan. Dat vliegen goedkoper is dan met de trein reizen, dat mensen meer en meer energie gebruiken trekt een té zware wissel op onze aarde. Onze welvaart heeft een bittere keerzijde: de opwarming van de aarde en de gevolgen wereldwijd voor mens en dier. Sommige ontwikkelingslanden hebben nu al te kampen met de rampzalige gevolgen ervan. Mijn ouders beseffen dat, en ze zien om zich heen dat maar zo weinig mensen daar écht mee bezig zijn. Mensen weten het soms niet, beseffen het niet of ze zijn alleen bezig met het hier en nu en met korte termijn eigenbelangen. In de oorlogstijd was er uitzicht op de bevrijding, nu is er uitzicht op levensgrote problemen voor de hele mensheid.


Onze zoon is 60 jaar jonger dan zijn oma, maar deelt ditzelfde gevoel. Hij is kind van deze tijd en tegelijkertijd is hij zich pijnlijk bewust van de immens grote problematiek van onze tijd. Zo kun je, of je nu jonger of ouder bent, je niet thuis voelen in je eigen tijd. En dan niet omdat je hangt aan het verleden en bang bent voor nieuwe dingen. Maar juist omdat je hangt aan de toekomst. Steken wij onze kop in het zand en laten we ons in slaap wiegen of werken we aan de toekomst van onze kinderen en onze wereld?

Laten we vooral luisteren naar zulke mensen, ouder of jonger, die zich niet thuis voelen in deze tijd, die vérder kijken en vérder denken. Zij zijn de stem van ons geweten, de kritische stem van de profeten. Het zou wel eens kunnen zijn, dat onze toekomst daar van afhangt.

donderdag 13 maart 2014

Vrouwen, beweging en dominostenen

Het hele leven is niks anders dan beweging. Ons hart dat slaat, onze adem die gaat: beweging. De zon die opkomt en ondergaat, de aarde die draait: beweging. Nu het zulk prachtig voorjaarsweer is, ervaren we hoe de hele natuur in beweging komt: de bloembollen bewegen zich naar het warme voorjaarslicht toe, alle sappen in de boomstam bewegen omhoog zodat de boom in nieuw leven uit kan breken. De natuur is een doorgaande beweging: groei, vruchtdragen, afsterven en zaad dat weer opkomt. Alles wat leeft, verandert. Alles wat leeft is in beweging ... nooit staat het stil.


Het mensenleven is ook een doorgaande beweging. Het begint bij een kracht die jou het leven in stuwt, uit het donker naar het licht. En hoe klein en hulpeloos en pasgeboren mensenkind ook is: het begint meteen te bewegen, de longen vol lucht. Al gauw wil een baby zich omrollen, kruipen, staan en lopen ....Zo groeit een mensenkind verder en verder en kan het zich steeds gerichter en doelbewuster bewegen.

Niet alleen ons lichaam is in beweging; ook onze gedachten en gevoelens. Steeds weer worden we uitgedaagd om opnieuw over dingen na te denken, om nieuwe dingen te leren en te doen. Leven, dat is in beweging blijven. Want niet alleen wij, maar ook de samenleving, de maatschappij is in beweging. Onze kinderen groeien anders op dan wij. Toen ik een kind was waren er nog geen computers, was er geen internet en niemand had een smartphone. De schoolboeken waren nog in zwart wit en de TV ook.

Niet alleen de dingen zijn veranderd, ook het wereldbeeld en onze ideeën. De wereld is groter geworden: via televisie en internet en via mensen uit andere landen en culturen die in ons land zijn komen wonen. Zo zijn ook onze meningen in beweging, onze gedachten en ideeën. Soms is al die beweging en verandering lastig en moeilijk, zouden we meer vastigheid en duidelijkheid willen. Maar alles wat leeft, is in beweging en verandert. Dat is ook een uitdaging, een leerproces. Je denkt als kind anders dan als volwassene; je wordt wijzer in je leven.

In mijn werk als predikante kom ik veel vrouwen tegen: vrouwen in beweging, sterke vrouwen. Het zijn vrouwen met en zonder kinderen, vrouwen die buitenshuis of binnenshuis werken, vrouwen die vrijwilligerswerk doen of studeren, getrouwde vrouwen, gescheiden vrouwen of vrouwen die hun man verloren. Het zijn allemaal vrouwen in beweging, die veranderen en groeien en tot dingen in staat zijn die ze zelf nooit hadden gedacht.

Vrouwen, gewoon in mijn straat, om de hoek, of vrouwen in mijn familie .... vrouwen die je kunnen inspireren. Zoals mijn oma. Zeven kinderen had ze, en nog pleegkinderen erbij. Ze maakte als moeder van dat hele gezin de oorlog mee, moest evacueren uit haar huis en ondanks alles was levenslang haar lijfspreuk: ‘Waar een wil is, is een weg’. Zij was niet iemand die bij de pakken neer ging zitten, die het opgaf, maar ze zocht altijd naar een uitweg, naar mogelijkheden.

Mijn oma was een gewone vrouw, maar tegelijkertijd een sterke en bijzondere vrouw. Afgelopen week kreeg ik een brief van Stichting vluchteling over sterke vrouwen, vrouwen die niemand kent - geen Hillary Clinton of koningin Maxima - maar wél onvervalste heldinnen. Vrouwen die vreselijke dingen doorstaan hebben, maar ondanks dat in beweging komen om anderen te helpen en moed te geven.


Aletta Jacobs

Daar waar één mens in beweging komt, kan er heel veel gebeuren. Vrouwen als Florence Nightingale en Aletta Jacobs hebben heel wat in beweging gezet. Het is als met dominosteentjes: als ze alleen staan, kunnen ze niet veel doen. Maar als ze naast elkaar staan en ze tikken elkaar aan, dan komen ze allemaal in beweging. Door zelf in beweging te komen kun je anderen in beweging zetten.


afbeelding gevonden op internet

Wij, gewone vrouwen – maar dit geldt uiteraard ook voor mannen - kunnen in beweging komen: in onze eigen familie, onze eigen buurt, op ons werk, in ons dorp, onze stad. En we kunnen anderen in beweging zetten. Waar een wil is, is een weg ... een weg naar een goede toekomst voor ieder mens.

Dit blog is een ingekorte versie van de speech die ik op 8 maart 2014 heb gehouden ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag in Barneveld met als thema: "Vrouwen in beweging"

vrijdag 7 maart 2014

Licht, overdek mij, vuur mij aan

Ons land is zo klein, en toch zijn er zoveel plekken die je niet kent. Wij zijn onderweg in Twente langs dorpjes met namen waarvan we nog nooit gehoord hebben: Fleringen, Reutum, Tilligte en Albergen. Ons doel is Oostmarsum, kunstenaarsdorp vlak bij de Duitse grens.

We lopen er van galerie naar galerie. Schilderijen, maar ook glaskunst, o.a. van Annemiek Punt. Het zonlicht schijnt door haar glasobjecten en de kleuren beginnen te leven. Glas is fascinerend materiaal. Door zijn transparantie heeft het licht vrij spel. Het vonkt en glinstert, straalt en glanst in het licht. Ik koop een kaart, maar het haalt het niet bij het origineel. Want een glaskunstwerk is een samenspel tussen het materiaal, de kleuren en het levende licht.

Het lijkt wel of iedere kunstenaar hier in dit dorp houdt van vrolijke, heldere kleuren. Ik word er blij van. Wat is dit voor een bijzondere streek waar kleur zo prominent aanwezig is en de levensvreugde ervan af spat?

Ton Schulten, detail van Doorkijk op het stadje 1997
gefotografeerd in het Ton Schultenmuseum

Midden in het dorp staat een museum met kunst van Ton Schulten. Ook hier schilderijen vol kleur. Het zijn landschappen met herkenbare vormen en toch ook abstract. We leren het verhaal achter deze doeken. Ton Schulten heeft ooit een ernstig auto-ongeluk gehad en enkele dagen in coma gelegen. Toen hij weer terugkeerde in het land der levenden droeg hij een bijzondere ervaring met zich mee: hij had een heel bijzonder licht gezien en dat kon hij niet vergeten.

Ton Schulten, Zonnebergweg 1998,
gefotografeerd in het Ton Schultenmuseum

Dit licht probeert hij te schilderen – elke dag weer. Hij begint met schilderen in het donker van de nacht en zo schildert hij naar het licht toe. Hij hoort dan in de ochtend hoe de vogels gaan zingen van het licht dat doorbreekt.

Ton Schulten kun je een ‘escapist’ noemen. In het museum is te lezen wat kunstrecensent Wim van der Beek schrijft: ‘In zijn schilderijen creeërt hij ontsnappingsmogelijkheden. Hij schildert droomdomeinen die een positief gevoel oproepen. Evenwichtige, doordacht opgebouwde composities en aangename kleursensaties garanderen harmonie en voeden het geloof in een betere wereld waar mensen tijdelijk de harde werkelijkheid en de waan van de dag kunnen ontvluchten.’

Net als de glaskunst van Annemiek Punt geeft het werk van Ton Schulten ruimte aan het licht. Licht maakt alles anders, zelfs over de grenzen van ons bewustzijn heen. Dat geeft moed: om in het donker te zingen en te schilderen van het licht.

Ton Schulten, detail Naar het licht 1996,
gefotografeerd in het Ton Schultenmuseum

Er is een kinderbijbel die heet: “Het begon met licht.” De schrijfster Gerrie Huiberts schrijft in het voorwoord: ‘Alles is begonnen met licht, en het zal ook met licht eindigen. Dat geloof ik.’ Het eerste verhaal begint ze zo: ‘Overal was het donker. Daarom riep God het licht. ‘ Het donker kreeg zijn grens, het mag niet de baas zijn over het licht. Het laatste verhaal uit haar bijbel eindigt met het verhaal over de stad die straalt en schittert omdat het licht van God er schijnt. ‘Wees niet bang. Houd vol. Alles eindigt met licht.’

Huub Oosterhuis zegt in zijn bekende lied hetzelfde met andere woorden:

Licht dat ons aanstoot in de morgen,
overdek mij, vuur mij aan,
aanhoudend licht dat overwint,
licht, laatste woord van Hem die leeft.

(fragmenten van Lied 601)

zie: http://www.tonschulten.nl/museum
Ton Schultenmuseum, Ton Schultenplein 1 Ootmarsum