vrijdag 27 februari 2015

Een huis vol geloven

Een hindoe-tempel deur aan deur met een moskee. In hetzelfde gebouw ook een boeddhistische meditatieruimte en een christelijke kerk. Hier in dit gebouw zijn de godsdiensten naaste buren van elkaar. Dat is bijzonder, maar als je er goed over nadenkt ook weer niet. Want in onze maatschappij zijn christenen en moslims buren. Wij wonen in dezelfde stad, in dezelfde straat en doen boodschappen bij dezelfde winkel. 

Elke dag fiets ik in Almelo langs een moskee. Ook in mijn stad zijn vele geloven. Toch kennen wij elkaar vaak nauwelijks. N.a.v. de terroristische aanslagen in Parijs is er laatst een nieuw begin gemaakt met een dialoog tussen de religies in Almelo. We delen immers dezelfde stad. Maar wat weten we weinig van elkaars geloof en cultuur.

Nu ben ik in Zwitserland, in Bern. Daar is een ‘Huis van de religies’  gebouwd. Vanuit de overtuiging dat we mét elkaar deze maatschappij vormen, wordt er zo ruimte gemaakt voor ontmoeting en dialoog. 


Samen met een tante ga ik er kijken. We eten er eerst een maaltijd uit de Indiaase keuken, volgens de ayurvedische voedingsleer. Het eten is vegetarisch, veelkleurig en heerlijk. Dan gaan we rond in het gebouw. Naast heiligdommen van verschillende religies zijn er informatieve vitrines en ruimten voor ontmoetingen en lezingen. 

De christelijke kerk is licht en eenvoudig. Voorin zijn ethiopische wandschilderingen te zien. In een hoek staan krukjes die ik uit de gemeenschap van Taizé ken. Deze kerk vertegenwoordigt alle stromingen en richtingen in het Christendom. Omdat ik zelf tot die traditie behoor, besef ik de enorme uitdaging daarvan. Want wat zijn ze verschillend: katholieke en protestantse kerken, maar ook oosters-orthodoxe kerken en Afrikaanse. 

Christelijke kerk
in het Haus der Religionen in Bern

De moskee is nog in aanbouw, de hindoetempel al in gebruik. Een man bidt tussen de vele verschillende beelden. We worden uitgenodigd onze schoenen uit te doen en binnen te komen. Een kind rent rondjes en lacht naar ons. Iets verderop zitten en paar mensen op de grond hun lunch op te  eten.

Vanuit de hele wereld nemen mensen hun religie en cultuur mee naar hun nieuwe vaderland. Voor ons is dat onbekend en vreemd. – maar juist daarom is dit huis van de religies gebouwd. Iedere godsdienst heeft hier een eigen ruimte, en de andere zalen delen zij samen. 

Net als het Christendom kennen ook de andere religies een verscheidenheid aan stromingen.  Toch is er steeds maar één ruimte beschikbaar. Dat alleen al is een oefening in zien wat je verbindt en in het ervaren van verbondenheid, ondanks alles waarin zelfs aanhangers van dezelfde godsdienst verschillen. 

Huis van religies,
dialoog van kulturen,
Bern, Zwitserland

Het huis van de godsdiensten: het staat symbool voor onze maatschappij. Daar hebben we elk onze eigen kamer, maar we delen ook veel. We mogen de deuren open laten zodat de ander eens binnen kan kijken. We mogen elkaar eens bezoeken en ons verwonderen over de veelkleurigheid en veelzijdigheid van religie. En we mogen, ieder zoals hij/zij is, ons thuisvoelen. Sámen zijn wij de bewoners van dat ene huis dat onze aarde is. 

zaterdag 21 februari 2015

Zelfde plaats, andere tijd

Het is drie maanden later. Hoe anders ziet het er hier nu uit. Toen de goud-gele gloed van de herfstbladeren, nu het stralende wit van de sneeuw.

De jaargetijden kleuren de maanden met hun eigen kleur en sfeer. Waar in februari sneeuwklokjes bloeien, verschijnen in mei de hemelsblauwe vergeet-mij-nietjes. In december zijn de dagen kort en nu beginnen ze merkbaar te lengen. De kracht van de zon neemt weer toe en straks zal het geploegde land weer groen worden. 



De wisseling van seizoenen is karakteristiek voor ons deel van de wereld. Er zijn streken waar dit minder uitgesproken is. Terwijl het geluid van de sneeuw onder mijn voeten mij begeleidt, bedenk ik dat ik houd van die wisseling. 

Elk heeft een eigen karakter en dat geeft veel variatie. Hetzelfde stukje natuur is steeds weer totaal anders. De winter als tijd van rust en inkeer, en straks het voorjaar als een nieuw begin. Dankzij die jaargetijden ervaar je het verstrijken van de tijd. Ze markeren onze gang door de tijd. Door hun verschillen nodigen zij ons uit tot steeds andere gedachten en activiteiten.

Jaarfeesten zijn verbonden met de jaargetijden. In het donker van de wintermaanden Kerstmis, feest van licht. Met Pasen, in het voorjaar, feest van een nieuw begin. En in de zomertijd het enthousiasme van Pinksteren en in november de aandacht voor de gestorvenen. Jaargetijde en feest versterken elkaar en geven elkaar een diepere betekenis.



Toen onze kinderen klein waren, ben ik begonnen met het maken van seizoenstafels. Op een vaste plek in huis maakte ik een uitstalling van dingen die bij het jaargetijde en het feest paste. Inmiddels zijn onze kinderen groot, maar het gebruik is gebleven. Want het bewust beleven van de jaargetijden en de feesten heeft voor mij alles te maken met aandachtig leven.

Deze week is de vastentijd begonnen. Op onze seizoenstafel verschijnt een woestijn als symbool van onrecht en verdriet in onze wereld. Deze periode maakt ons ervan bewust dat een nieuw begin aandacht en inzet vraagt. Bij ons thuis is elk jaar de discussie hoe we het vasten vorm geven en voor welk goed doel we dit jaar sparen

Zo leven we naar het voorjaar en het paasfeest toe. Ik verheug me op de bloeiende woestijn op onze seizoenstafel en onze tuin in voorjaarskleed. Maar tot het zover is: tijd om te bezinnen en te werken aan een wereld waar nieuw begin mogelijk is.

De foto's zijn gemaakt op de Gurten bij Bern


onze seizoenstafel met zand, stenen, matses ...





donderdag 12 februari 2015

Voor u werken ....

Buiten is het koud, maar hier binnen is het lekker warm: we worden warm bij een kopje thee en koffie. We maken een praatje met de serveerster. Ons oog valt op een schoolbord bij de bar. Er staat op: 

Voor u werken vanavond:
keuken: Joost, Lenny
bediening: Anne, Lotte, Mira
vaat: Joris, Max

De bediening zie je, maar de anderen niet. Toch zijn ook zij voor jou aan het werk. Het is leuk dat dit bord je hierop attent maakt. Nu degenen die in de keuken aan het werk zijn niet meer anoniem zijn maar een naam krijgen, realiseer je je dat ook zij voor jou bezig zijn. Zelfs wie de vaat doet. 

Veel dingen vinden we heel gewoon. We reageren pas als het niet gaat zoals wij willen of verwachten. We denken meestal pas aan de kok als er iets aangebrand of niet gaar is. Aan schoonmakers of vaatwassers denken we eigenlijk nooit, pas als het heel vies is.  Zo is het niet alleen in restaurants, maar ook op allerlei andere gebieden van het leven. 


Toen onze kinderen op de basisschool zaten, kreeg ik met moederdag steeds een mooi zelfgemaakt cadeau. Ons kind had er hard aan gewerkt, maar het idee kwam van de juf. Elk jaar opnieuw moeten de juffen iets creatiefs en leuks verzinnen en er energie in steken. Ik genoot ervan en toen ik de kinderen ophaalde, bedankte ik de juf ervoor. Haar reactie maakte mij sprakeloos. Ze zei: ‘ Dat heeft nog nooit eerder iemand gezegd in al de 25 jaar dat ik juf ben’.

Als ouders ontevreden zijn, weten zij de onderwijzers te vinden. Dat gebeurt meer en meer: ouders zijn kritisch en ze laten niet over zich lopen. Maar wat er goed gaat, vinden we gewoon en daar besteden we geen aandacht aan. En zo kan het gebeuren dat een juf voortdurend kritiek krijgt  en nooit een compliment.


Juist mensen die niet in de schijnwerpers, maar meer op de achtergrond hun werk doen, worden vaak vergeten. Dat geldt ook voor mensen in de zorg. Ik sprak iemand die in een verzorgingshuis woont. Hij is zo positief over alle goede zorgen. Hij vertelt mij hoe hij zich er over verbaast dat er altijd in overlijdensadvertenties geschreven wordt dat vader/moeder goed verzorgd werd en dat het personeel van het verzorgingshuis bedankt wordt. ‘Waarom’, vraagt hij zich af, ‘doen mensen dat dán pas?’ Hij besloot dat hij dat eerder wilde doen en op een persoonlijke manier. 

Aan de ene kant is het heel gewoon dat mensen hun werk doen. Aan de andere kant is het bijzonder dat al dat werk toch maar weer gedaan wordt en dat zoveel mensen met veel inzet, creativiteit en liefde hun werk doen. Laten we hen eens vaker laten weten dat we blij met hen zijn. 

In het restaurant stond het op het schoolbord. In ons leven moeten we er misschien af en toe moeite voor doen en over  nadenken: wie werken er voor ons? Wat laten wij hen horen?


donderdag 5 februari 2015

Zwaarden tot ploegscharen

Bij Piramiden denk ik aan Egypte, maar er is ook een piramide in Austerlitz. Van de Egyptische piramides heb ik wel een voorstelling, maar dat had ik niet van die van Austerlitz. Op een dag rijden we er toevallig langs. Ik wil wel eens zien wat dat is, en dus parkeren we de auto en gaan we er op af.

We komen bij een vreemd bouwwerk, wat op het eerste gezicht niets met de Egyptische piramides van doen heeft. Mijn kennis van de vaderlandse geschiedenis wordt bij dit vreemde bouwsel weer wat bijgespijkerd: deze piramide is een overblijfsel van de Franse tijd. Die tijd heeft ons niet alleen een burgerlijke stand nagelaten (iedereen moest een achternaam kiezen), maar ook eenheid in maten en gewichten, munteenheid én deze piramide.


Eigenlijk is het een gek verhaal, het verhaal van generaal Marmont. Hij is commandant van de troepen en kiest het heidegebied tussen Woudenberg en Zeist als oefenterrein. Er verrijst een groot tentenkamp en daar wordt het leger getraind. Maar het is nog zo’n prachtige nazomer en dan krijgt Marmont een gek idee. Hij heeft in Egypte de indrukwekkende piramides gezien en hij wil eigenlijk net zo beroemd worden als die farao’s. Dus bedenkt hij dat de soldaten een piramide van zand en heideplaggen moeten bouwen.

Na een maand is het monument klaar en wordt het op 12 oktober 1804 feestelijk geopend. Marmont draagt het monument op aan Napoleon, maar noemt ook zichzelf in de gedenkstenen op de piramide. Net als de farao’s wil generaal Marmont de wereld iets groots nalaten.


Het is een gek ding, die piramide. Het zet mij aan het denken. De Egyptische piramides zijn indrukwekkend, maar als je er echt over na gaat denken is het ook vreemd dat ze als grafmonument gebouwd zijn. Waren ze werkelijk bedoeld om koningen onsterfelijkheid te bezorgen? En deze piramide van Austerlitz – vanwege de Franse oorsprong schrijft men het tegenwoordig als ‘pyramide’ – is die bedoeld om Napoleon en vooral ook generaal Marmont onsterfelijkheid te geven? Dan is het wel een beetje gelukt, want de piramide is gerestaureerd en de naam van Marmont wordt nog steeds genoemd. 

Een mens heeft het verlangen niet vergeten te worden. Mensen willen graag beroemd zijn, er toe doen, iets doen dat zin heeft, waardoor zij niet vergeten worden. Is het ook niet daarom dat mensen in het Guiness Book of Records willen staan of graag in de geschiedenisboeken terecht komen? Het is zo begrijpelijk en legitiem, en tegelijkertijd maar zo betrekkelijk. Want dit vreemde monument, is dat nou  waar de wereld beter van wordt? En hoe is het met de dingen waar wíj aan werken, die wij nalaten?

Op een van de gedenkstenen staat over de bouw; ‘Generaals, officieren en soldaten hebben er met eenzelfde ijver aan gewerkt’. En ineens zie ik het voor me: die stoere soldaten, die met wapens hoorden rond te lopen, waren aan het graven met een schop en met een kruiwagen aan het kruien. Ineens wordt de bijbeltekst uit Jesaja 2:4 werkelijkheid. Want deze soldaten leggen hun geweren neer en gaan graven met een schop. Jesaja zegt: zwaarden die omgesmeed worden tot ploegijzers en speren die snoeimessen worden. 

Dat is wat mij betreft het sterkste aan deze hele piramide: dat een leger eensgezind, zonder verschil tussen hoog en laag, een onschuldig monument bouwt. Even geen sabels en kanonnen, maar gewoon een mooie berg zand met een toren erop. Daar kunnen krijgsheren in onze wereld nog van leren. Want waar zwaarden tot ploegscharen worden gesmeed, wordt geen oorlog meer gevoerd en geen mens zal meer weten wat oorlog is. Dat gun ik ieder kind dat vandaag geboren wordt  ..