zaterdag 29 augustus 2015

Met je hart

Bijna twee maanden was het uitzonderlijk stil rond ons huis. Maar nu is er weer leven in de brouwerij: elke ochtend horen we fietsbellen, gegiechel, geroep en gelach. Wij wonen aan een scholierenroute. Elke dag komen er honderden jongeren langs. De vakantie is voorbij en de scholen zijn weer begonnen.

Op grote spandoeken langs de weg worden automobilisten daar op attent gemaakt. Al die kinderen en jongeren weer op de weg, dat eist dat je als automobilist alert bent en een beetje begrip hebt. 


Naast de aankondiging dat de scholen weer begonnen zijn, staat in een rood hart: rijd met je hart. Dat is de kunst. Want vaak rijden we gestrest en opgejaagd, tegen de klok. Vaak rijden we enkel met de gedachte aan dat we op tijd moeten zijn en wat er allemaal nog moet. We zijn met onszelf bezig en ergeren ons aan dat kind dat zo slingert op zijn fietsje of aan die jongere die grappen maakt met zijn vriend in plaats van op het verkeer te letten. 

Ergeren is toch iets wat automobilisten goed kunnen. Soms wijzen mensen naar hun hoofd of ze draaien het raampje naar beneden en schelden. In onze vakantie waren we wel eens wat langzaam omdat we de weg zochten in den vreemde … maar ondanks ons buitenlandse kenteken was er geen begrip.


Rij met je hart: ik lees daarin dat je niet alleen met je zelf bezig bent en met de klok, maar dat je aandacht hebt voor andere weggebruikers. Dat je je realiseert dat kinderen nog niet elke verkeerssituatie overzien, dat jongeren soms overmoedig zijn of afgeleid. Maar ook dat mensen soms de weg niet kennen of nog leren autorijden. Ook dat je tijd neemt voor een oudere die over wil steken, dat je in de stromende regen een voetganger voorrang geeft, ook al heeft hij er geen recht op. Dat je langs een speeltuin of school wat langzamer rijdt, omdat er zomaar een bal achter geparkeerde auto’s vandaan kan komen – met een kind erachter aan, gefocust op de bal, en niet op jou.

Rij met je hart: dat zouden we vaker moeten doen. En niet alleen rijden. Want dat beetje respect en begrip, dat maakt veel dingen anders. Ik merk vaak hoe de haast mij in zijn greep heeft en maakt dat ik niet alert ben, niet  attent. Hoe ik met veel andere dingen bezig ben in mijn hoofd, en geen aandacht heb voor de mensen om mij heen.  In het verkeer gaat het om leven of dood. In allerlei andere situaties gaat het om onverschillig langs elkaar heen leven óf respect en aandacht hebben voor elkaar.

Rij met je hart, leef met je hart: met hart voor je medemens. En dat kunnen we ook nog verder doortrekken: hart hebben voor onze leefomgeving en voor mensen elders op deze wereld. Leven met je hart, dat is voor mij ook bewust omgaan met energie, bewust boodschappen doen en niet altijd dat te kiezen wat voor mijzelf op korte termijn het handigste en goedkoopste is. Als deze wereld ons aan het hart gaat, moeten we keuzes maken met het hart. 

Rij met je hart. Dan rijd je minder snel, maar geef je ruimte aan de ander. Leef met je hart. Leef zo dat er ook ruimte, een menswaardig bestaan,  energie en  een schoon milieu is voor anderen: voor wie in andere werelddelen leven én voor wie ná ons leven. Rij met je hart, leef met je hart!



donderdag 20 augustus 2015

Een leeg midden

Het is Open Kloosterdag. En ik woon tegenwoordig in een stad waar een klooster is. Bij Open Monumentendag gaat het om bijzondere gebouwen, en dat zijn kloosters ook vaak. Maar bij Open Kloosterdag gaat het om iets anders. Want een klooster is vooral een gemeenschap.

Zo fietste ik naar het Karmelklooster in mijn stad Almelo. Er zijn meer gasten en we worden ontvangen met een powerpoint met achtergrondinformatie over de orde en vervolgens is er een rondleiding door de kloosterlingen. Opvallend is dat het een klooster is waar mannen én vrouwen wonen. Ik vind het mooi dat dat kan: het is immers  het verlangen om in een religieuze gemeenschap te leven en te werken, dat je verbindt.

De broeder die ons rondleidt, vertelt over het dagelijks leven en over het religieuze leven. Hier in het klooster is dat nauw met elkaar verbonden: dagelijks leven en geloof zijn met elkaar verweven. 

Net als elke orde heeft ook de Karmelorde een ‘regel’: de leefregel van de gemeenschap waarin het leven van de gemeenschap in grote lijnen richting gegeven wordt. Wie bij de Karmelieten intreedt, krijgt de regel gekalligrafeerd en ingelijst cadeau. Een kunstenaar heeft dit vormgegeven, en wel op een bijzondere manier: in het midden is een witte ruimte open gelaten. Die witte, lege ruimte staat voor het goddelijke, voor het andere. Daarom is de witte open ruimte omgeven door een goudkleurige rand.


Dit thema van het lege midden komt bij de rondleiding meerdere keren terug, o.a. in de vorm van het gebouw. Ondanks het feit dat het geen Open Monumentendag is, is dit ook een bijzonder gebouw: ontworpen door Alberts en van Huut, die ook aan de wieg stonden van het Gasuniegebouw in Groningen en het ING hoofdkantoor in Amsterdam . Het Karmelklooster is gebouwd vanuit het gedachtengoed van de orde. In het midden van het klooster is een lege ruimte: een ronde binnentuin. Vanuit de hal, die rond om de binnentuin gaat, heb je via glas uitzicht op de binnentuin. Daaromheen vindt het leven van de gemeenschap plaats. 


In de binnentuin staan wat struiken en ineens zie ik een mereljong scharrelen. De broeder vertelt hoe er elk jaar een merel nestelt in hun binnentuin en hoe ze kunnen volgen hoe de jonge merels groter groeien en zelfs vliegles krijgen. Bang voor katten hoeft de moedervogel hier niet te zij. Wat een geluk.

Aan het eind van de middag zijn er de vespers in de kerk. Ook hier een leeg midden waarin alleen de paaskaars brandt. Het raakt mij, die symboliek van de lege ruimte. Want in onze maatschappij en in onze levens is alles zó vol: met plannen, met taken, met spullen, met eisen, met woorden, met wensen, met activiteiten en noem maar op. Die lege ruimte, dat lege midden: het is een uitnodiging om  ruimte te maken in onszelf, in ons leven, in ons denken en in ons hart. Ruimte voor wat er werkelijk toe doet. Ruimte voor de ander en de Ander. 


Zo brengt deze Open Kloosterdag ook openheid bij mijzelf: een aansporing om ook in mijn eigen leven weer te zoeken naar de open ruimte, het lege midden.